Op 1 september 2017 werd het vernieuwde erfrecht in het Belgisch Staatsblad gepubliceerd. Dit betekent dat de nieuwe erfwet op 1 september 2018 in werking treedt en van toepassing zal zijn op de nalatenschappen die vanaf die datum openvallen.

Maar wat met reeds gedane erfenisplanningen? Zal men bij een overlijden ná 1 september 2018 rekening moeten houden met het erfrecht dat gold op het moment dat de planning (bv. via schenking) werd gedaan (hierna “oude erfrecht”) of dient men de nieuwe regels (hierna “nieuwe erfrecht”) in acht te nemen? Om hierop een antwoord te bieden, werd voorzien in een overgangsregeling.

Van het oude erfrecht…
Wat betreft de wijze van inbreng of inkorting van de schenkingen (in natura of door compensatie), alsook de waarderingsregels, kan de schenker nog tot 31 augustus 2018 een verklaring bij de notaris afleggen waarin hij bepaalt dat de oude regels van toepassing zullen blijven (een zgn. ‘verklaring van behoud’)[1]. Enkel de schenker kan deze verklaring afleggen. De mening van de begiftigde(n) doet er niet toe. Ook zal deze verklaring gelden voor alle schenkingen die  de schenker vóór 1 september 2018 heeft gedaan. Het is niet mogelijk om bv. voor één schenking de regels van het nieuwe erfrecht te laten gelden, en voor een andere schenking dan weer niet.

De regels van het oude erfrecht zullen ook van toepassing blijven indien in de schenkingsakte of -documenten destijds uitdrukkelijk werd bepaald dat de inbreng/inkorting in natura dient te gebeuren. Een extra verklaring bij de notaris is dan niet vereist.

… naar het nieuwe.
Wordt er vóór 1 september 2018 geen uitdrukkelijke verklaring afgelegd, dan zullen alle reeds gedane schenkingen ingebracht of ingekort worden volgens hun waarde op het moment van de schenking, geïndexeerd tot het moment van overlijden. Dit betekent dat de begiftigde die een goed als voorschot op erfenis heeft verkregen of meer heeft verkregen dan het beschikbaar deel toelaat, het geschonken goed toch definitief zal mogen behouden. Ter compensatie zal hij minder ontvangen uit de nalatenschap of een vergoeding dienen te betalen.

Een uitzondering op het principe van de indexatie zijn schenkingen gedaan met voorbehoud van vruchtgebruik[2], waarbij rekening zal worden gehouden met de waarde op de dag van het overlijden van de schenker.

Tijd voor actie!
Het is van belang om oude schenkingen opnieuw onder de loep te nemen en desgevallend een verklaring van behoud af te leggen. Immers, een in het verleden doordachte familiale planning die volgens het oude erfrecht volledig overeenstemt met de wensen van de schenker(s), kan op basis van het nieuwe erfrecht op de helling komen te staan. Dat dit helemaal geen ver-van-mijn-bed verhaal is, blijkt uit volgende voorbeelden:

  • Een familiale vennootschap werd met voorbehoud van vruchtgebruik geschonken aan de zoon-opvolger. De waarde die bij overlijden van de schenker moet worden ingebracht is volgens het oude erfrecht de waarde op het moment van de schenking. Op basis van het nieuwe erfrecht zal er echter rekening worden gehouden met de waarde op de dag van het overlijden van de schenker. Dit kan als onfair worden ervaren, zeker indien de waardestijging grotendeels het gevolg is van de inspanningen van de zoon-opvolger. In dit geval is het wenselijk dat de waarde van de vennootschap ten tijde van de schenking toch als waarderingsdatum voor de inbreng wordt genomen.
  • Moeder heeft in het verleden aan elk van haar drie kinderen een geldsom geschonken van € 100.000, maar telkens met enkele jaren tussen. Zij is van oordeel dat elk kind een gelijk bedrag heeft gekregen en wenst dat dit ook zo wordt erkend bij haar overlijden. Volgens het oude erfrecht zullen de geschonken bedragen aan dezelfde nominale waarde worden ingebracht en worden de kinderen inderdaad geacht evenveel te hebben gekregen. In het nieuwe erfrecht zal de inbreng echter gebeuren volgens de waarde van de schenking (€ 100.000), geïndexeerd tot aan het overlijden van moeder. Gezien de schenkingen op verschillende tijdstippen gebeurden (en worden geïndexeerd), zullen de in te brengen bedragen niet meer gelijk zijn. Het is dan ook aangewezen dat moeder vóór 1 september 2018 een verklaring van behoud aflegt.
  • Vader heeft twee zonen, Tom (23 jaar) en Arne (12 jaar). Vader wenst op vandaag reeds een successieplanning naar zijn kinderen toe uit te werken. Gezien Arne minderjarig is, besluit hij evenwel zijn appartement aan de kust enkel aan Tom te schenken als voorschot op zijn erfdeel (met voorbehoud van vruchtgebruik). Volgens het oude erfrecht zal immers bij het overlijden van vader het appartement in natura worden ingebracht en alsnog toekomen aan beide zonen, ieder voor de helft. Dit is ook de wens van vader. Op basis van het nieuwe erfrecht, zal de inbreng evenwel in waarde geschieden en kan Tom het geschonken appartement in principe behouden. Om zijn wens te vervullen is het vereist dat vader een verklaring van behoud aflegt bij zijn notaris.

Ook reeds opgemaakte testamenten worden best herbekeken. Het beschikbaar deel wordt immers verruimd en zal onder het nieuwe erfrecht steeds de helft van de nalatenschap bedragen, ongeacht het aantal kinderen dat de overledene nalaat. Dit betekent dat de testator een ruimer deel van zijn nalatenschap kan nalaten aan bepaalde personen, zonder dat de reservataire erfgenamen hier iets kunnen tegen inbrengen. Afhankelijk van uw bedoeling en de gehanteerde formulering in uw testament, kan het aangewezen zijn om uw testament aan te passen. Zo kan gedacht worden aan testamenten waarin sprake is van de toebedeling van het ‘grootst beschikbaar deel’: is het de bedoeling dat dit nog steeds berekend wordt volgens het oude erfrecht, of mag het nieuwe erfrecht hierop toegepast worden?

Tot slot wensen we de ruime mogelijkheden van de globale erfovereenkomst te onderstrepen. Stel: u heeft de dure (buitenlandse) studies van uw dochter betaald. Ter compensatie heeft u een vergelijkbaar bedrag geschonken aan uw zoon. Op deze manier lijken beide kinderen gelijk behandeld. Op juridisch vlak is dit echter niet correct. De studies van uw dochter zullen niet in rekening worden gebracht bij uw overlijden. Dit betekent dat voor de wet enkel uw zoon reeds een schenking heeft gekregen en deze zal moeten inbrengen, met compensatie aan uw dochter tot gevolg.

In het nieuwe erfrecht zal het mogelijk zijn een globale erfovereenkomst af te sluiten waarin zowel u als uw kinderen overeenkomen dat de reeds gedane schenkingen en voordelen (zoals bv. de betaalde studies) subjectief evenwichtig zijn en deze niet meer in aanmerking komen voor inbreng of inkorting. Via deze globale erfovereenkomst kan gemoedsrust aan de ouder(s) worden gegarandeerd.

Nazicht van reeds gedane schenkingen, opgemaakte testamenten of een uitgewerkte familiale planning is nu meer dan ooit van belang. Zo kan worden nagegaan of de oorspronkelijke bedoelingen en rechtsgevolgen van de genomen acties bij een later overlijden na 1 september 2018 nog steeds dezelfde zijn.

De specialisten van Lemon Consult kunnen u hierin met deskundig advies bijstaan. Aan de hand van een ‘successiescan’ nemen we uw persoonlijke situatie onder de loep, gaan we onder meer na of uw erfenisplanning moet bijgestuurd worden en onderzoeken we welke mogelijkheden het nieuwe erfrecht u te bieden heeft.

Inge Veldeman
Expert Estate Planning

[1] Voor de volledigheid merken we op dat de regels van het oude erfrecht van toepassing zullen zijn op reeds gedane schenkingen voor wat betreft hun kwalificatie. Of het een schenking als voorschot op erfdeel of buiten deel betrof, zal dus worden beoordeeld overeenkomstig de op het moment van de schenking geldende regels.

[2] Het betreft schenkingen waarbij de begiftigde niet vanaf de dag van de schenking het recht had om te beschikken over de volle eigendom van het geschonken goed (=geen “meesterschap” heeft verkregen), zoals schenkingen met voorbehoud van vruchtgebruik.