Een overlevingspensioen, is het elke weduw(e)naar evenveel gegund?

Het overlijden van een partner is, los van het emotionele aspect, vaak ook een financiële opdoffer. Eén van de vragen die zich daarbij stelt is of u als weduw(e)naar recht zal hebben op de pensioenrechten die uw partner tijdens de professionele loopbaan heeft opgebouwd. Een en ander hangt af van zowel de overledene als de overblijvende huwelijkspartner.

Wat is het overlevingspensioen?

Om het overlijden van een partner op financieel vlak enigszins op te vangen heeft de wetgever in een zgn. ‘overlevingspensioen’ voorzien. Hierdoor kan de langstlevende huwelijkspartner een pensioen ontvangen op basis van de loopbaan van de overleden huwelijkspartner.

Aan welke voorwaarden moet u voldoen?

  • U moet op overlijdensdatum minstens één jaar gehuwd zijn.

Indien dat nog niet het geval zou zijn, dan worden volgende situaties hiermee gelijkgesteld:

  • U woonde voor het huwelijk wettelijk samen en deze ononderbroken periode bedraagt minstens 1 jaar.
  • U heeft samen een kind uit het huwelijk of uit de periode van wettelijke samenwoning eraan voorafgaand, of dat kind wordt geboren binnen de 300 dagen na het overlijden.
  • Bij het overlijden heeft één van de echtgenoten een kind ten laste waarvoor kinderbijslag ontvangen wordt.
  • Het overlijden is een gevolg van een ongeval of een beroepsziekte van na de huwelijksdatum.
  • U moet als langstlevende (in 2023) minimaal 49 jaar oud zijn. Die leeftijd neemt elk jaar toe met 6 maanden tot en met 2025 (50 jaar) om daarna met telkens 1 jaar te worden opgetrokken tot 55 jaar in 2030. De leeftijd van de overledene is niet van belang.
  • Het maakt niet uit of de overledene al gepensioneerd was of niet.

Wat als u nog niet lang genoeg gehuwd (of gelijkgesteld) bent?

In dat geval zal u in principe niet van een overlevingspensioen kunnen genieten.

De weduw(e)naar van een vastbenoemd ambtenaar daarentegen zal wel kunnen genieten van een overlevingspensioen, al zal die in tijd beperkt zijn tot 12 maanden.

Heeft u er ook recht op na een echtscheiding?

Na een echtscheiding en daaropvolgend overlijden van uw ex-partner, kan u in principe niet van een overlevingspensioen genieten.

Een uitzondering hierop is dat de (niet-hertrouwde) ex-huwelijkspartner van een overleden vastbenoemd ambtenaar (ook) kan genieten van een overlevingspensioen.

Het overlevingspensioen zal, zo van toepassing, evenwel met de nieuwe huwelijkspartner gedeeld moeten worden. Deze verdeling blijft definitief zodat ze bij een overlijden of nieuw huwelijk van de ex-huwelijkspartner niet wordt herzien ten voordele van de huidige huwelijkspartner.

Wat als u te jong bent?

Indien uw huwelijkspartner in 2023 komt te overlijden en u bent als langstlevende jonger dan 49 jaar, dan heeft u geen recht op een overlevingspensioen.

U kan dan wel tijdelijk een overgangsuitkering ontvangen. Dit is hetzelfde bedrag als het overlevingspensioen, doch beperkt in tijd. De uitkering wordt betaald gedurende volgende termijn:

  • zonder kind ten laste: 18 maanden,
  • indien het ene kind ten laste tijdens het jaar van overlijden 13 jaar of ouder wordt: 36 maanden,
  • indien er minstens één kind ten laste is dat tijdens het jaar van overlijden nog geen 13 jaar is of wordt: 48 maanden,
  • indien er minstens één kind ten laste is waarvoor u kinderbijslag ontvangt en dat erkend is als gehandicapt: 48 maanden,
  • indien er nog een kind geboren wordt binnen de 300 dagen na het overlijden: 48 maanden.

Vanaf het moment dat u de pensioenleeftijd bereikt (vervroegd of gewoon), kan er alsnog een overlevingspension worden toegekend.

U kan deze uitkering bovenop uw loon ontvangen, zonder enige beperking of voorwaarde. Het is dus niet nodig de beroepsactiviteiten of -inkomsten te verlagen. Ook de combinatie met een vervangingsinkomen voor ziekte, invaliditeit, werkloosheid,… is mogelijk.

Hoe en wanneer moet het overlevingspensioen aangevraagd worden?

Mogelijkheid 1: de overledene was nog beroepsactief

In deze situatie moet het overlevingspensioen aangevraagd worden bij de gemeente of de pensioendienst.

Indien u deze aanvraag binnen de twaalf maanden na het overlijden indient, dan wordt het overlevingspensioen met terugwerkende kracht toegekend vanaf de maand dat uw huwelijkspartner overleden is.

Bij de indiening van een aanvraag buiten deze periode, zal het bedrag pas uitbetaald worden vanaf de maand volgend op die waarin u de aanvraag indient.

Mogelijkheid 2: de overledene was reeds gepensioneerd

In dat geval moet u geen aanvraag indienen. De pensioendienst zal automatisch uw recht op een overlevingspensioen onderzoeken. Het overlevingspensioen zal worden toegekend vanaf de maand die volgt op de maand van het overlijden.

Let op: als u op dat ogenblik zelf nog beroepsactief bent, of als u niet samenwoonde met uw overleden huwelijkspartner (bijvoorbeeld bij feitelijke scheiding), moet u wél een aanvraag indienen.

Hoe wordt het overlevingspensioen berekend?

De grootte van het overlevingspensioen, hangt af van de beroepsloopbaan en beroepsinkomsten van de overleden huwelijkspartner. Er bestaat ook een minimum overlevingspensioen.

Mogelijkheid 1: de overledene was nog beroepsactief

Om het overlevingspensioen te bepalen, wordt eerst een theoretisch rustpensioen berekend op basis van de beroepsloopbaan en beroepsinkomsten van de overleden huwelijkspartner. Net zoals bij het rustpensioen, bestaat ook hier een minimum overlevingspensioen.

Mogelijkheid 2: de overledene was reeds gepensioneerd

Indien u samen een gezinspensioen ontving, zal het bedrag van het overlevingspensioen 80% van dat gezinspensioen bedragen. Indien de overleden huwelijkspartner een pensioen als alleenstaande ontving, dan is het bedrag van het overlevingspensioen identiek aan het rustpensioen van de overleden echtgenoot.

Kan het overlevingspensioen met anderen inkomsten gecombineerd worden?

Mogelijkheid 1: de langstlevende is zelf nog beroepsactief

U kan uw beroepsactiviteiten behouden, maar zal er over moeten waken dat uw inkomsten (in binnen- en buitenland) binnen de opgelegde grensbedragen vallen. Deze grensbedragen worden voor elke persoon afzonderlijk bepaald op basis van leeftijd, kinderen ten laste, beroepsstatuut, etc, en worden jaarlijks geïndexeerd. Wanneer uw beroepsinkomen toch hoger ligt, wordt het overlevingspensioen pro rata verminderd.

Wordt het grensbedrag in een bepaald jaar overschreden, dan zal het overlevingspensioen voor dat jaar verminderd worden met het percentage van overschrijding en zal dat bedrag teruggevorderd kunnen worden.

 Mogelijkheid 2: de langstlevende is zelf met rustpensioen

Indien u zelf een rustpensioen geniet, kan u dat pensioen beperkt cumuleren met een overlevingspensioen. Voormelde cumul is in regel mogelijk tot 110 % van het bedrag van het overlevingspensioen voor een volledige loopbaan. Het eigen rustpensioen wordt steeds eerst uitbetaald. Het cumulatieplafond wordt verminderd met dat rustpensioen zodat hetgeen dat rest, het bedrag van het nog uit te keren overlevingspensioen is. Of u daarnaast ook onbeperkt mag bijverdienen, hangt af of u al dan niet vervroegd met pensioen bent.

Kan u het overlevingspensioen nog verliezen?

Het overlevingspensioen is geen eeuwig verworven recht. In sommige gevallen zal het overlevingspensioen of de overgangsuitkering geschorst of niet toegekend worden:

  • bij het aangaan van een nieuw huwelijk
  • wanneer u van de erfenis uitgesloten bent, omdat u veroordeeld bent voor een misdrijf tegenover de overleden huwelijkspartner


Tom Huyghebaert
Expert fiscale en financiële planning