Meer en meer Belgen kopen een tweede verblijf in het buitenland. Een vast vakantiestekje in een warm land, genieten van een welverdiend pensioen, als vastgoedbelegging,… De redenen voor de aankoop van buitenlands vastgoed zijn legio. De populairste bestemmingen binnen de EU zijn Spanje, Frankrijk, Oostenrijk, Italië en Portugal.

Maar wat zijn de gevolgen van uw aankoop wanneer u als eigenaar komt te overlijden? Vooraleer u enthousiast uw handtekening onder de koopovereenkomst plaatst, willen we hierbij twee topics aanhalen die u best indachtig houdt.

Merk op dat onderstaande enkel geldt bij een aankoop in privénaam. Bij een aankoop via een vennootschap gelden andere regels.

1/ Welk erfrecht is van toepassing op de vererving van het onroerend goed?
Op 17 augustus 2015 trad de Europese Erfrechtverordening in werking, waarbij het internationaal privaatrecht van de EU-lidstaten[1] werd geharmoniseerd. Dit was ook nodig, gelet op het stijgend aantal nalatenschappen met een internationaal element.

Indien u komt te overlijden, zal voor het toepasselijk erfrecht voortaan gekeken worden naar uw gewone verblijfplaats. Indien u in België blijft wonen, zal dus ook het buitenlands vastgoed volgens de Belgische erfregels vererven.

Dit zal evenwel anders zijn wanneer u na uw pensioen het grootste deel van uw tijd doorbrengt in bv. Spanje. Ook al bent u dan nog gedomicilieerd in België, uw gewone verblijfplaats zal dan in Spanje liggen. Hierdoor zal het Spaanse recht van toepassing zijn en dit op uw gehele vermogen. Dit kan onverwachte gevolgen met zich meebrengen aangaande de verdeling van uw nalatenschap. U kan dit evenwel voorkomen door in een testament rechtskeuze te doen voor het land waarvan u de nationaliteit bezit (= België).

2/ Welke successierechten zullen uw erfgenamen verschuldigd zijn op het onroerend goed?
Blijft u Belgisch rijksinwoner, en was uw woonplaats in de vijf jaar voor uw overlijden overwegend in het Vlaams Gewest gelegen, dan zal bij uw overlijden de Vlaamse erfbelasting van toepassing zijn. De erfbelasting wordt geheven op uw wereldwijd vermogen. Bijgevolg zal uw tweede verblijf in het buitenland in principe aan de Vlaamse erfbelasting onderworpen zijn.

Afhankelijk van de fiscale regels in het land waar uw tweede verblijf gelegen is, zullen ook daar successierechten verschuldigd zijn, wat kan leiden tot een dubbele belasting.

Ten belope van de buitenlandse successierechten die betaald worden op uw tweede verblijf kunnen uw erfgenamen evenwel een belastingvermindering genieten[2]. Concreet wordt de Vlaamse erfbelasting die betrekking heeft op het buitenlands onroerend goed verminderd met het bedrag van successierechten die reeds in het buitenland worden betaald. U zal dus steeds het hoogste van beide tarieven verschuldigd zijn.

Voor de volledigheid merken wij op dat deze belastingvermindering enkel geldt voor onroerende goederen. Heeft u als Belgisch rijksinwoner ook buitenlandse roerende goederen in uw bezit, dan zal dubbele erfbelasting onvermijdelijk zijn. Op vlak van successierechten heeft België enkel een dubbelbelastingverdrag afgesloten met Frankrijk en Zweden. Op basis van deze verdragen zal de Vlaamse erfbelasting ook kunnen worden verminderd met de successierechten die in Frankrijk en Zweden betaald werden op roerende goederen.

 

Inge Veldeman
Expert Estate Planning

[1] Met uitzondering van Denemarken, het Verenigd Koninkrijk en Ierland.
[2] Art. 2.7.5.0.4 VCF