Wie erft van een overledene, heeft drie opties: de nalatenschap aanvaarden, verwerpen of aanvaarden onder voorrecht van boedelbeschrijving. Maar hoe maakt u nu de beste erfkeuze, zonder er (financieel) bekaaid vanaf te komen?
Bij een zuivere aanvaarding van de nalatenschap aanvaardt u zowel het actief als het passief van de nalatenschap. Indien de schulden het actief van de nalatenschap zouden overstijgen, zal u met uw persoonlijk vermogen moeten instaan voor de betaling van deze schulden. Echter, in de meeste gevallen kennen de erfgenamen de persoon van wie ze erven zeer goed en zijn zij ook in grote mate op de hoogte van zijn/haar financiële situatie. Is deze positief, dan is de zuivere aanvaarding van de nalatenschap een logische keuze.
Voor het zuiver aanvaarden van een nalatenschap is geen bijzondere verklaring van de erfgenamen vereist. De aanvaarding kan zelfs blijken uit bepaalde daden die u stelt als erfgenaam, zoals bijvoorbeeld de verkoop van de auto van de overledene of het verhuren van een woning die tot de nalatenschap behoort.
Het is echter ook mogelijk dat u geen kennis heeft van de samenstelling van het vermogen van de erflater. Indien er twijfels zijn omtrent de activa en de schulden van een nalatenschap, dan kan de nalatenschap ook worden aanvaard onder voorrecht van boedelbeschrijving. Hierdoor zal u slechts moeten instaan voor de betaling van de schulden ten belope van de waarde van de goederen die u verkrijgt. In het slechtste geval is dit dus een nuloperatie. De nalatenschap aanvaarden onder voorrecht van boedelbeschrijving gebeurt door het afleggen van een verklaring voor een notaris.
Toch moet er een belangrijke kanttekening worden gemaakt. Er moet immers steeds erfbelasting worden betaald op goederen waarvan het bestaan bewezen is door een eigendomsakte in de periode van 3 jaar voorafgaand aan het overlijden. Indien bijvoorbeeld een woning van de overledene werd verkocht in de 3 jaar vóór zijn overlijden, dan gaat de fiscus ervan uit dat de verkoopprijs nog steeds tot het vermogen van de overledene behoort en zal deze dan ook onderwerpen aan erfbelasting. Het is aan de erfgenamen om het tegenbewijs te leveren en aan te tonen wat er met deze verkoopsom is gebeurd: werd deze verbruikt, wederbelegd of overgedragen? Kunnen de erfgenamen het tegenbewijs niet leveren (bv. omdat zij geen weet hebben van wat er met deze verkoopsom is gebeurd of omdat het verbruik ervan moeilijk te bewijzen is), dan zijn zij alsnog gehouden tot betaling van de erfbelasting! Dit is nog schrijnender indien er bovendien geen werkelijke goederen meer aanwezig zijn in de nalatenschap.
Een voorbeeld: Jos heeft tijdens zijn leven hard gewerkt en een mooi vermogen opgebouwd. Na zijn pensioen geniet hij dan ook met volle teugen van het leven: dure reizen naar exotische bestemmingen, etentjes in sterrenrestaurants, casinobezoekjes,… Een jaar voor zijn overlijden heeft hij tevens zijn woning verkocht. Zijn dure levensstijl begon immers zijn tol te eisen en hij had extra centen nodig. Bij zijn overlijden laat hij enkel een broer en zus na die bekend waren met zijn dure levensstijl. Ze nemen echter het zekere voor het onzekere en aanvaarden de nalatenschap van hun broer onder voorrecht van boedelbeschrijving. De nalatenschap blijkt echter deficitair te zijn: Jos had bij zijn overlijden enkel nog schulden. Broer en zus denken dat ze de juiste keuze hebben gemaakt door de nalatenschap te aanvaarden onder voorrecht van boedelbeschrijving. Niets is echter minder waar. Op basis van een wettelijk vermoeden ten voordele van de fiscus wordt de destijds verkregen verkoopsom van de woning geacht nog tot de nalatenschap van Jos te behoren. Broer en zus dienen hierop erfbelasting te betalen, ook al verkrijgen zij niets uit de nalatenschap! Broer en zus kunnen dan wel beweren dat het geld werd verbruikt door Jos, maar indien zij dit niet onvoldoende bewijzen, wacht hen een financiële kater…
Dit geldt ook voor niet-geregistreerde schenkingen die de overledene in de 3 jaar voor zijn overlijden heeft gedaan en waar de erfgenamen geen weet van hadden. Zo kan Jos in de 3 jaar voor zijn overlijden een bepaald bedrag hebben geschonken aan een goede vriend(in), zonder dat zijn erfgenamen hiervan op de hoogte waren. Indien de begiftigde(n) niet kan/kunnen worden achterhaald, zullen de erfgenamen dienen op te draaien voor de verschuldigde erfbelasting op deze som.
Nuttig om weten is ook dat wanneer minderjarigen erven, zij de nalatenschap slechts kunnen aanvaarden onder voorrecht van boedelbeschrijving. Om hen te beschermen is een zuivere aanvaarding niet mogelijk.
Indien de nalatenschap duidelijk meer schulden bevat dan dat er actiefbestanddelen aanwezig zijn, dan kan u de nalatenschap verwerpen. Net zoals de aanvaarding onder voorrecht van boedelbeschrijving gebeurt de verwerping via het afleggen van een verklaring voor een notaris.
Gelet op het voorgaande, kan het in bepaalde gevallen aan te raden zijn om uw erfkeuze uit te stellen totdat u meer duidelijkheid heeft omtrent alle actief- en passiefbestanddelen van de nalatenschap, evenals eventuele verrichtingen/rechtshandelingen die in de laatste 3 jaar voor het overlijden hebben plaatsgevonden. Zoals gezegd, kan zelfs het aanvaarden onder voorrecht van boedelbeschrijving nog steeds een zeker risico inhouden. U wacht dan ook beter tot het gehele plaatje gekend is om daarna met kennis van zaken de nalatenschap te aanvaarden of te verwerpen. Hierbij kan worden opgemerkt dat het indienen van de aangifte van nalatenschap (en de betaling van erfbelasting) geen aanvaarding van de nalatenschap inhoudt.
En uiteraard bent u best eerlijk in het vermelden van de goederen van de overledene die in uw bezit zijn (bv. via schenking, bruikleen,…). Erfgenamen die goederen van de nalatenschap hebben weggemaakt of verborgen houden (= heling), verliezen bovendien de bevoegdheid om de nalatenschap te verwerpen. Tevens kunnen zij geen aanspraak meer maken op een aandeel in de weggemaakte of verborgen gehouden goederen.
Inge Veldeman
Expert Estate Planning