Kiezen voor een pensioenspaarfonds of pensioenverzekering

Bij pensioensparen kan u kiezen voor een pensioenspaarverzekering of een pensioenspaarfonds. Binnen beide mogelijkheden heeft u, naargelang uw risicoprofiel, bovendien nog eens de keuze uit verschillende beleggingsformules. Op de juiste manier aan pensioensparen doen is dan ook geen evidente opgave. In deze bijdrage gaan we na waarom u al dan niet voor een bepaalde pensioenspaarformule zou moeten kiezen, zonder hierbij evenwel het volledige fiscale regime van het pensioensparen uiteen te zetten.  

Pensioenspaarverzekering

Bij pensioenspaarverzekeringen heeft u de mogelijkheid tussen tak 21-verzekeringen en tak 23-verzekeringen.

Tak 21-verzekeringen bieden een gegarandeerd, vast jaarlijks rendement, eventueel aangevuld met een winstdeelname die afhankelijk is van de door de verzekeraar behaalde resultaten. In deze pensioenspaarformule heeft u dus geen risico op kapitaalverlies. Bovendien valt een tak 21-verzekering onder de bescherming van het Garantiefonds. Hierbij geldt een garantie van € 100.000 per persoon, per financiële instelling. Daar tegenover staat evenwel dat de gegarandeerde rendementen op vandaag (gezien de rentestanden) laag zijn.

Bij tak 21-verzekeringen wordt de eindtaxatie berekend op de zgn. reserve, bestaande uit de betaalde premies, verminderd met de kosten en verhoogd met de gewaarborgde intresten. De winstdeelnames worden niet belast.

Tak 23-verzekeringen zijn verzekeringen die geen gegarandeerd rendement geven maar een rendement dat afhankelijk is van de beurs. U heeft bovendien geen kapitaalgarantie. Bij tak 23-verzekeringen heeft u de mogelijkheid op een potentieel hoger rendement maar dit is volledig afhankelijk van de evolutie van de beurs. Floreren de aandelen- en obligatiemarkten, dan zal de tak 23-verzekering deze trend in principe volgen. Als de aandelenmarkten daarentegen crashen, dan heeft u een risico op kapitaalverlies.

Ook bij tak 23- verzekeringen wordt de eindtaxatie berekend op de reserve, m.a.w. u wordt belast op het effectief bijeen gespaarde bedrag.

Bij een pensioenspaarverzekering, zowel van het type tak 21 als van het type tak 23, kan u aanvullende dekkingen onderschrijven. Voorbeelden hiervan zijn een overlijdensdekking (schuldsaldoverzekering), een dekking tegen invaliditeit,…

Verzekeringen hebben ook steeds een contractueel vastgestelde einddatum. Dit wil zeggen dat pensioenspaarverzekeringen op deze einddatum (verplicht) zullen worden uitgekeerd.

Overlijdt de pensioenspaarder vóór de einddatum van het contract, dan wordt het overlijdenskapitaal uitgekeerd aan de begunstigde bij overlijden die in de polis werd aangeduid.

Bent u als pensioenspaarder met een pensioenspaarverzekering onder het wettelijk stelsel gehuwd en komt uw echtgeno(o)t(e) vroegtijdig te overlijden? Dan bent u bij de latere uitkering van uw pensioenspaarverzekering erfbelasting verschuldigd op de netto-uitkering die u ontvangt, d.w.z. op de helft van het ontvangen kapitaal ná afhouding van de anticipatieve heffing. Dit is evenwel slechts het geval als er minstens één gemeenschappelijk kind is. Is dit er niet, dan is er op het moment van overlijden onmiddellijk erfbelasting verschuldigd op de helft van de netto-afkoopwaarde op datum van overlijden.

Pensioenpaarfonds

Een pensioenspaarfonds is een beleggingsfonds. Dit wil zeggen dat u hiermee, net zoals bij een tak 23-verzekering, belegt in aandelen en obligaties. Ook hier hangt uw rendement volledig af van de evolutie van de beurs. Hoe meer het fonds in aandelen belegt, hoe hoger het risico.

In tegensteling tot een pensioenspaarverzekering wordt bij een pensioenspaarfonds de eindtaxatie berekend op de betaalde premies, vermeerderd met een fictief rendement van 4,75%, ook al is het werkelijke rendement hoger of lager. Dit impliceert het risico om op een hoger rendement belast te worden dan dat in werkelijkheid gehaald werd. Wordt een hoger rendement gehaald, dan is dit surplus belastingvrij.

Pensioenspaarfondsen hebben geen voorziene eindvervaldag. U bent met andere woorden niet verplicht om uw aanvullend pensioenkapitaal op uw 65ste op te vragen. Dit kan interessant zijn. Als u uw geld niet onmiddellijk nodig heeft, dan kan u immers uw pensioenkapitaal laten staan én verder laten renderen. Is de beurs op uw 65ste net fors gedaald, dan kan u even afwachten tot de beurs gestabiliseerd is en dan pas uw pensioenkapitaal opvragen.

Bij een overlijden van de pensioenspaarder wordt de pensioenspaarrekening vereffend waarna het nettobedrag (na inhouding van de anticipatieve heffing) toegevoegd wordt aan de nalatenschap en het de verdeling van de rest van de nalatenschap volgt.

Bent u als pensioenspaarder met een pensioenspaarfonds onder het wettelijk stelsel gehuwd en komt uw echtgeno(o)t(e) vroegtijdig te overlijden? Dan bent u erfbelasting verschuldigd op de helft van het opgebouwde brutobedrag op het moment van overlijden, d.w.z. zonder rekening te houden met de latere anticipatieve heffing.

Conclusie

Hét essentiële verschil tussen een pensioenspaarfonds/pensioenspaarverzekering type tak 23 en een pensioenspaarverzekering type tak 21 is het verschil in zekerheid. Bij een pensioenspaarverzekering type tak 21 weet u waar u aan toe bent: uw rendement is bij de premiebetaling gekend. Bij de tak 23-variant daarentegen speelt, net zoals bij een pensioenspaarfonds, het beursrisico. De keuze van het pensioenspaarproduct hangt dus vooral van uw risicoprofiel af. Bent u voorzichtig van nature, dan kiest u best voor een pensioenspaarverzekering van het type tak 21. Bent u bereid om wat meer risico te nemen in ruil voor een potentieel hoger rendement, dan kan u opteren voor een pensioenspaarfonds of een pensioenspaarverzekering van het type tak 23.

Heeft u het moeilijk om te kiezen? Dan kan u ook kiezen om beide formules te combineren.

Dit kan vooreerst via een zgn. ‘tak 44-verzekering’. Dit is de commerciële benaming van een verzekeringspolis waarin zowel gedeelte tak 21 (vastrentend) en een gedeelte tak 23 (beursgenoteerde producten) vervat zit. In dergelijke polis heeft u binnen het product de mogelijkheid de verhoudingen tussen het tak 21 gedeelte en het tak 23 gedeelte af te stemmen op uw evoluerende beleggingshorizon en uw eventueel wijzigende risicoappetijt.

Een andere mogelijkheid is om het ene jaar een bijdrage te storten in een pensioenspaarfonds of pensioenspaarverzekering type tak 23 en het andere jaar in een pensioenspaarverzekering type tak 21. Zo spreidt u eveneens het kapitaal dat onderhevig is aan  het beursrisico. Let wel op dat u per kalenderjaar maar stortingen doet in één pensioenspaarcontract. Per kalenderjaar kan u immers maar een fiscaal voordeel genieten voor de stortingen die u doet in één pensioenspaarcontract.

Sommige verzekeraars bieden ook de mogelijkheid om de winstdeelname bij een tak 21-pensioenspaarverzekering te beleggen in één of meerdere beleggingsfondsen. Zo kan u met de winstdeelnames een potentieel hoger rendement nastreven zonder uw kapitaalgarantie en gewaarborgde intrestvoet op te geven.

 

PENSIOENSPAARFONDS

PENSIOENSPAARVERZEKERING

Types

Verschillende types naar gelang de beleggingsstrategie van
het fonds

(defensief, neutraal, dynamisch)

Tak 21-verzekering

Tak 23-verzekering

Einddatum

Geen

Contractueel vastgelegd

 

BESCHERMING EN ZEKERHEID

Rendement

Afhankelijk van de beurs

Gegarandeerd rendement, eventueel aangevuld met een
onzekere winstdeelname

Afhankelijk van de beurs

Bescherming bij faling verzekeraar

Geen

Garantie Beschermingsfonds tot € 100.000

Geen

Aanvullende dekkingen voorzien (ziekte, invaliditeit,
overlijden)

Niet mogelijk

Mogelijk

 

FISCALITEIT

Fiscaal
voordeel

Belastingvermindering van 30% (indien premie <= € 990
in 2019) of 25% (indien premie > € 990 in 2019)

Eindbelasting
bij leven

Anticipatieve heffing op 60 jaar van 8%

(uitz.: heffing op 10e verjaardag contract bij
start of premiewijziging ná 55ste)

Berekeningsbasis
eindbelasting

O.b.v. fictief behaald rendement van 4,75%

O.b.v. reëel behaald rendement

Winstdeelnames zijn onbelast

O.b.v. reëel behaald rendement

 

OVERLIJDEN

Vererving

Volgt verdeling nalatenschap

Volgt begunstigingsclausule bij overlijden van de polis

Erfbelasting op pensioenspaarcontract van echtgeno(ot(e) bij
wettelijk stelsel

Op de helft van het brutobedrag

op datum van overlijden

Wel gemeenschappelijke kinderen: (uitgestelde)
erfbelasting op de helft van de latere netto-uitkering op einddatum

Géén gemeenschappelijke kinderen: op de helft van de netto-afkoopwaarde
op datum van overlijden