Bij het ingaan van het nieuwe jaar treden er traditioneel nieuwe maatregelen in werking of wordt er aan bestaande regimes gesleuteld, zo ook op fiscaal vlak. We zetten enkele belangrijke fiscale wijzigingen voor u op een rijtje.

Nieuwe informatieplicht voor aftrek huurkosten

Vanaf volgend jaar wordt er een bijkomende informatieverplichting opgelegd aan eenmanszaken en vennootschappen die de huurprijs van een gehuurd onroerend goed (deels) wensen af te trekken als beroepskost.

Concreet moeten voortaan volgende gegevens aan de fiscus kenbaar gemaakt worden:

  • De naam, het adres en het rijksregisternummer of het ondernemingsnummer van de verhuurder;
  • Het adres van het onroerend goed;
  • Het totale bedrag van de betaalde huur;
  • Het deel van de huur dat als beroepskost in aftrek genomen wordt.

De melding dient te gebeuren via een modelformulier dat als bijlage bij de belastingaangifte (personenbelasting of vennootschapsbelasting) gevoegd moet worden.

Naast huurders wordt de verplichting ook opgelegd aan opstalhouders, erfpachthouders of eigenaars van een ander zakelijk gebruiksrecht die vergoedingen voor de vestiging of overdracht van dat recht fiscaal in aftrek willen brengen.

Als de belastingplichtige de verplichting niet nakomt zullen de (huur)vergoedingen niet meer fiscaal aftrekbaar zijn als beroepskost.

Hervorming btw-regime voor sloop en heropbouw

Momenteel bestaan er twee regimes die het mogelijk maken om, mits bepaalde voorwaarden voldaan zijn, een woning te slopen en te heropbouwen met toepassing van het verlaagde btw-tarief van 6%.

Vanaf 2024 worden deze beide regelingen hervormd tot één uniforme regeling. Meer over de nieuwe regeling vindt u hier terug.

Verhoging patrimoniumtaks

De ‘taks tot vergoeding der successierechten’, ook bekend als de ‘patrimoniumtaks’ is een belasting die vzw’s en private stichtingen moeten betalen op de waarde van hun bezittingen. Deze belasting dient als compensatie voor het feit dat vzw’s en private stichtingen geen successierechten verschuldigd zijn.

Het tarief van de belasting bedraagt momenteel 0,17%, en wordt berekend op de werkelijke waarde van het vermogen van de vzw of private stichting op 1 januari van het aanslagjaar.

Vanaf volgend jaar wordt de patrimoniumtaks een progressieve belasting. De tarieven zullen er naargelang de waarde van het vermogen van de vzw of private stichting voortaan als volgt uit zien:

NIEUWE TARIEVEN PATRIMONIUMTAKS VANAF 2024
Van Tot Tarief Gecumuleerd bedrag
€ 0 € 50.000 0% € 0
€ 50.000 € 250.000 0,15% € 300
€ 250.000 € 500.000 0,30% € 1.050
€ 500.000 0,45%

In tegenstelling tot wat op vandaag geldt zullen voortaan ook de buitenlandse onroerende goederen meegenomen worden bij de berekening van het vermogen waarop de patrimoniumtaks berekend wordt.

Het aangifteformulier voor de patrimoniumtaks wordt ieder jaar in februari door het bevoegde kantoor Rechtszekerheid verstuurd naar de zetel van de vzw of private stichting. Uiterlijk tegen eind maart dient de aangifte ingediend te zijn en moet desgevallend ook de patrimoniumtaks betaald worden.

Afschaffing lange termijnsparen voor woonkredieten

Het lange termijnsparen is een belastingvermindering in de personenbelasting die recht geeft op een belastingvoordeel van 30% (te verhogen met de gemeentelijke opcentiemen). Het maximaal vrijstelbaar bedrag is afhankelijk van het inkomen, met als absoluut maximum € 2.350.

De ruimte in het kader van het lange termijnsparen kan op twee manieren benut worden:

  • Door het afsluiten van een fiscale levensverzekering waarin premies worden gestort die recht geven op de belastingvermindering.
  • Door het afsluiten van een woonkrediet dat betrekking heeft op een niet-eigen woning (bv. een investeringspand) waarvan de kapitaalaflossingen recht geven op de belastingvermindering.

Deze laatste mogelijkheid wordt vanaf volgend jaar afgeschaft. Het kapitaalgedeelte van leningen die vanaf 2024 worden aangegaan voor de financiering van een niet-eigen woning zullen dus niet langer aangewend kunnen worden voor het opvullen van de fiscale ruimte in het kader van het lange termijnsparen. De kapitaalaflossingen van leningen die vóór 2024 werd aangegaan kunnen wel nog fiscaal in mindering worden gebracht (voor zover de lening aan de nodige voorwaarden voldoet).

De mogelijkheid om de ruimte op te vullen door premies te storten in een fiscale levensverzekering blijft (voorlopig) nog wel bestaan.

Verhoging registratierechten voor opstalrecht en erfpacht

 Bij de vestiging van een opstalrecht of recht van erfpacht zijn registratierechten verschuldigd. Het tarief bedraagt thans 2% en wordt berekend op de som van de vergoedingen die de opstalhouder of erfpachthouder over de looptijd van het zakelijk recht verschuldigd is aan de opstalgever of eigenaar van de tréfonds.

Vanaf volgend jaar wordt het tarief opgetrokken naar 5%. Hiermee wil de regering de tariefkloof tussen een gewone aankoop van vastgoed en het vestigen van een opstalrecht of een recht van erfpacht verkleinen teneinde oneigenlijk gebruik van deze zakelijke rechten te ontraden.

Steve Bossuyt
Gecertificeerd belastingadviseur