U staat sinds jaar en dag als enige aandeelhouder vermeld in het aandelenregister van uw vennootschap. U gaat er dan ook van uit dat deze aandelen uw persoonlijke eigendom zijn en dat uw echtgeno(o)t(e) hierin geen rechten heeft. Maar is dit wel zo? Wij lichten dit graag nader toe.
De lidmaatschapsrechten van de aandelen, zoals het stemrecht op de algemene vergadering, behoren toe aan diegene op wiens naam de aandelen zijn ingeschreven. Wanneer de aandelen op naam van één van de echtgenoten ingeschreven zijn, behoren deze rechten bijgevolg enkel aan de betrokken echtgenoot toe.
Dit geldt echter niet voor het eigenlijke eigendomsrecht (ook de vermogensrechten genoemd). Aan wie deze vermogensrechten toebehoren, hangt namelijk af van het feit of u al dan niet gehuwd bent en zo ja, onder welk huwelijksvermogensstelsel:
1/ Ongehuwd of gehuwd met scheiding van goederen
Indien u ongehuwd bent, behoort het eigendomsrecht van de aandelen die op uw naam ingeschreven zijn uiteraard alleen aan u toe.
Als u gehuwd bent onder een stelsel van scheiding van goederen zijn er twee vermogens: iedere echtgenoot beschikt over een eigen vermogen. Aandelen die ingeschreven zijn op naam van één van de echtgenoten, zullen ook aan die betrokken echtgenoot toebehoren. Doorgaans weinig stof tot discussie dus.
2/ Gehuwd onder gemeenschapsstelsel
Dit is echter anders wanneer u gehuwd bent onder een gemeenschapsstelsel (bv. wanneer u gehuwd bent zonder huwelijkscontract of indien u gehuwd bent met huwelijkscontract waarin u opteert voor het wettelijk stelsel, eventueel aangevuld met bepaalde bedingen). In een dergelijk stelsel bestaan er drie vermogens: het eigen vermogen van iedere echtgenoot en het gemeenschappelijk huwelijksvermogen.
Als u aandelen heeft verworven tijdens uw huwelijk (bv. bij oprichting van de vennootschap, kapitaalverhoging of aankoop), dan behoren die aandelen tot het gemeenschappelijk huwelijksvermogen. Dat die aandelen worden ingeschreven op naam van één van de echtgenoten, verandert hier niets aan.
Er heerst immers een wettelijk (weerlegbaar) vermoeden dat de gelden die voor de oprichting of aankoop werden aangewend, gemeenschappelijk waren. Bijgevolg behoren ook de aandelen die in ruil voor deze gelden zijn verkregen, tot het gemeenschappelijk huwelijksvermogen. Enkel de lidmaatschapsrechten die aan de aandelen verbonden zijn, zullen exclusief toebehoren aan diegene om wiens naam de aandelen zijn ingeschreven.
Indien bij de oprichting of de aankoop evenwel eigen gelden worden aangewend, dan behoren ook de aandelen op vermogensrechtelijk vlak tot uw persoonlijk vermogen. U moet dit dan wel kunnen bewijzen. Een goed bewijs is bv. de opname van een verklaring door beide echtgenoten in de oprichtingsakte of de aankoopovereenkomst dat de oprichting of aankoop geschiedt met eigen gelden (verklaring van (weder)belegging).
Indien u de aandelen heeft verworven door middel van schenking of erfenis, zullen de aandelen doorgaans tot uw eigen vermogen behoren. Zij zullen echter gemeenschappelijk zijn, indien er uitdrukkelijk werd geschonken of gelegateerd aan beide echtgenoten of indien in uw huwelijkscontract uitdrukkelijk werd gestipuleerd dat goederen uit schenking of erfenis tot het gemeenschappelijk vermogen zullen behoren.
Ook al behoren de aandelen tot uw eigen vermogen, toch zullen de uitgekeerde dividenden in principe tot het gemeenschappelijk vermogen behoren. Dit kan onder andere van belang zijn indien u in de jaren 2013 – 2014 bent overgegaan tot een zgn. ‘interne liquidatie‘. In dit geval werd overgaan tot de uitkering van een tussentijds dividend waarna, na afhouding van een roerende voorheffing van 10%, het nettobedrag onmiddellijk werd ingebracht in het kapitaal van de vennootschap. Bij latere uitkering van dit kapitaal ten gevolge van een kapitaalvermindering of vereffening en mits het respecteren van een wachtperiode van vier jaar (termijn voor KMO’s), zal er geen taxatie meer optreden. Indien naar aanleiding van de kapitaalverhoging nieuwe aandelen werden gecreëerd, zullen deze nieuwe aandelen in principe niet tot uw eigen vermogen behoren, maar wel tot het gemeenschappelijk vermogen. De kapitaalverhoging kwam immers tot stand door de inbreng van gelden die tot het gemeenschappelijk vermogen behoren. Op deze manier is het goed mogelijk dat een vennootschap die voorheen volledig persoonlijk bezit was, nu voor een belangrijk deel gemeenschappelijk is geworden. Bij het doorvoeren van de vooropgestelde kapitaalvermindering (vanaf eind 2017) dient hier de nodige aandacht aan te worden besteed.
Het bepalen van het eigen of het gemeenschappelijke karakter van de aandelen is onder andere van cruciaal belang bij de verdeling van het vermogen bij een eventuele echtscheiding of het uitstippelen van een successieplanning.
Aandelen die tot het eigen vermogen behoren, kunnen geschonken worden aan de andere echtgenoot. Het grote voordeel van een schenking tussen echtgenoten is dat deze te allen tijde herroepbaar is. Zo kan enerzijds gezorgd worden voor de bescherming van de andere echtgenoot en kan anderzijds de schenking worden teruggedraaid indien de relatie tussen de echtgenoten alsnog fout zou lopen. Behoren de aandelen tot het gemeenschappelijk vermogen, dan kan er geen schenking plaatsvinden tussen echtgenoten. Een regeling naar de kinderen toe kan in dat geval worden overwogen.
Inge Veldeman
Expert Estate Planning