Het opstellen van een huwelijksovereenkomst en het verrichten van een schenking zijn enkele welgekende instrumenten bij successieplanning. Maar wat als je later de voorwaarden ervan wilt wijzigen? Volgens Vlabel kan dit, zonder dat er van fiscaal misbruik sprake is.

De Vlaamse Belastingdienst heeft in verschillende voorafgaande beslissingen bevestigd dat het wijzigen dan wel toevoegen van bepaalde voorwaarden in je huwelijks- of schenkingsovereenkomst niet per definitie fiscaal misbruik met zich meebrengt. Hierna lichten we toe waarom een herziening van de voorwaarden in je bestaande overeenkomsten een nuttige techniek kan zijn binnen je vermogensplanning.

Wijziging van voorwaarden in gedane schenkingen

Het is denkbaar dat je in het verleden een schenking deed met welbepaalde modaliteiten en voorwaarden die inmiddels niet meer overeenstemmen met je huidige situatie en noden.

Beeld je in dat je in het verleden een deel van je vermogen aan je dochter schonk. Je dochter is inmiddels gehuwd en je wil vermijden dat de geschonken goederen in handen van haar schoonfamilie terechtkomen. In de eerdere schenking werd evenwel niet voorzien in een zogenaamde uitsluitingsclausule waarmee je kunt vermijden dat je dochter, zonder jouw goedkeuring, het geschonken vermogen in haar huwelijksgemeenschap zal inbrengen (lees hier meer over de uitsluitingsclausule).

Kan je iets ondernemen om alsnog aan deze zorgen tegemoet te komen, gelet op het feit dat een schenking in principe onherroepelijk is? In eerste instantie vertrekt men bij een schenking namelijk van het principe ‘gegeven is gegeven’. Eens geschonken, kan de schenker zich dus niet meer bedenken door de geschonken goederen van de begiftigde terug te vragen. Uitzondering op de regel is evenwel de herroepelijke schenking tussen echtgenoten, voor zover deze buiten hun huwelijksovereenkomst is gedaan. Deze schenking kan namelijk op elk moment eenzijdig door de echtgenoot-schenker herroepen worden.

Dankzij enkele wetsbepalingen, en de behandeling ervan in een aantal voorafgaande beslissingen van de Vlaamse Belastingdienst, ontstaat er echter wat ruimte om, binnen bepaalde grenzen, je eerdere huwelijks- en schenkingsovereenkomst aan te passen en je persoonlijke en fiscale situatie te optimaliseren.

Zo erkent het verbintenissenrecht dat een contract enkel kan worden gewijzigd met wederzijdse toestemming van de partijen. Deze wetsbepaling kan men doortrekken naar schenkingen. Dit betekent dat een schenking in onderling overleg tussen de schenker en de begiftigde kan worden aangepast. Zo wordt bijvoorbeeld aanvaard dat een schenking buiten erfdeel kan worden omgezet in een schenking als voorschot op erfdeel en vice versa.

De Vlaamse Belastingdienst heeft zich in een aantal voorafgaande beslissingen ook uitgesproken over de wijziging of toevoeging van modaliteiten via een schenkingsakte dan wel via een onderhandse schenkingsovereenkomst (Voorafgaande beslissing nrs. 22008 en 22028).

In zijn recentste beslissing van 10 maart 2025 oordeelde Vlabel dat het opnemen van bijkomende voorwaarden – waaronder een uitsluitingsclausule – geen fiscaal misbruik vormt, aangezien er voldoende niet-fiscale motieven ten grondslag lagen (Voorafgaande beslissing nr. 24114).

Vlabel stelde dat het wijzigen van de voorwaarden van een eerdere schenking is toegestaan indien hierdoor toekomstige interpretatieproblemen of familiediscussies kunnen vermeden worden. Meer algemeen erkende Vlabel ook dat “de wens dat de geschonken goederen steeds in de familie blijven” – bijvoorbeeld door toevoeging van een uitsluitingsclausule en een restschenking – een acceptabele niet-fiscale beweegreden kan vormen.

In diezelfde voorafgaande beslissing heeft Vlabel ook bevestigd dat je een zogenaamd conventioneel beding van terugkeer in bestaande schenkingen kunt omvormen naar een optioneel conventioneel beding van terugkeer. Een conventioneel beding van terugkeer heeft als voordeel dat de geschonken goederen, zonder betaling van erfbelasting, terugkeren naar het vermogen van de schenker indien de begiftigde eerder zou overlijden (lees hier meer over het conventioneel beding van terugkeer). De toepassing van het beding van terugkeer kun je echter ook optioneel maken, zodat de schenker de flexibiliteit heeft om zelf te beslissen of de geschonken goederen naar zijn/haar vermogen terugkeren. Zo kan het bijvoorbeeld wenselijk zijn om de geschonken goederen niet te laten terugkeren naar de schenker indien de begiftigde zelf afstammelingen heeft. Dit is een afweging die je als schenker, naargelang de omstandigheden op dat moment, zelf kan maken.

Concreet betekent dit dat je als schenker niet alleen op het ogenblik van de schenking, maar ook op een later ogenblik, weliswaar met akkoord van de begiftigde, over de voorwaarden van de schenking kunt beslissen. Let  wel: de toevoeging van bepaalde clausules, zoals een schenking onder voorbehoud van vruchtgebruik of de toevoeging van een restschenking, kunnen enkel via de opmaak van een notariële akte. Daarnaast verloopt de schenking van vastgoed ook steeds notarieel.

Wijziging van voorwaarden in je bestaande huwelijksovereenkomst

Naast de eventuele aanpassing van de voorwaarden uit je eerdere schenkingen, kan een wijziging van je huwelijksovereenkomst ook aangewezen zijn.

Stel je de situatie voor waarin je goederen uit je eigen vermogen in de huwgemeenschap inbracht. Destijds werd er in de huwelijksovereenkomst niets bepaald over de bestemming van deze ingebrachte goederen bij het overlijden van je partner. Dit zou ertoe leiden dat de ingebrachte goederen, bij een later overlijden van je partner, deel uitmaken van de nalatenschap van je overleden partner, en dat je dus erfbelasting moet betalen op goederen die oorspronkelijk van jou alleen waren.

Je kan dit oplossen door in je huwelijksovereenkomst aan de reeds gedane inbreng een, al dan niet optionele, retroactief ontbindende voorwaarde van het vooroverlijden van je echtgenoot toe te voegen. Door de retroactieve werking van deze ontbindende voorwaarde worden de goederen geacht nooit tot het gemeenschappelijk vermogen te hebben behoord. De ingebrachte goederen zullen hierdoor belastingvrij terugkeren naar je eigen vermogen.

De Vlaamse Belastingdienst heeft zich eind 2024 over de hierna vermelde situatie uitgesproken (Voorafgaande beslissing nr. 24092). De heer X en mevrouw Y zijn gehuwd onder het wettelijk stelsel. De echtgenoten hebben geen gemeenschappelijke kinderen, doch heeft de heer X wel een zoon uit zijn vorige relatie. De heer X bracht een geldsom in de huwgemeenschap in en mevrouw Y bracht er de gezinswoning in. De echtgenoten wensen later aan deze inbreng een ontbindende voorwaarde van vooroverlijden van de niet-inbrengende echtgenoot te koppelen. Te weten: indien mevrouw Y eerst zou komen te overlijden, dan wenst de heer X dat zijn ingebrachte goederen, met name de ingebrachte gelden, naar zijn eigen vermogen terugkeren (vrij van erfbelasting). Indien de heer X daarentegen als eerste zou komen te overlijden, dan wenst mevrouw Y dat haar ingebrachte goederen, met name de gezinswoning, naar haar eigen vermogen terugkeert (evenzeer vrij van erfbelasting).

Hoewel in deze situatie ook sprake was van een fiscale overweging – met name: de keuze voor de minst belaste weg – bevestigde de fiscus in zijn voorafgaande beslissing dat de toevoeging van een ontbindende voorwaarde aan een reeds gedane inbreng geen fiscaal misbruik vormt. Er werd namelijk in de aanvraag ook geargumenteerd dat de voorgestelde wijziging van de huwelijksovereenkomst op een familiaal aspect gestoeld was. Meer bepaald: het vermijden dat de zoon van de heer X ook enige aanspraak op de gezinswoning zou hebben. Zonder voormelde ontbindende voorwaarde zou de langstlevende echtgenote Y, bij het vooroverlijden van de heer X, namelijk enkel het vruchtgebruik genieten en haar pluszoon de blote eigendom. Praktisch betekent dit dat mevrouw Y, na het overlijden van haar echtgenoot, niet meer alleen zou kunnen beslissen over haar eigen ingebrachte goed.

Let wel: de aanpassing van een huwelijksovereenkomst moet, in tegenstelling tot de wijziging van een schenking, altijd notarieel gebeuren.

Conclusie

Het is  aangewezen om je successieplanning regelmatig, en zeker bij belangrijke levensgebeurtenissen, te herbekijken. Uit een aantal voorafgaande beslissingen van Vlabel blijkt dat het daarbij mogelijk is om de voorwaarden die gekoppeld zijn aan een eerdere schenking of inbreng in de huwgemeenschap, alsnog aan te passen. Dit kan in bepaalde situaties zeer nuttig zijn, en dus een interessante planningstechniek vormen. Let er wel op dat deze juridisch correct geformuleerd zijn en in overeenstemming zijn met de actuele zienswijze van de Vlaamse Belastingdienst. Het is belangrijk dat de wijziging niet louter gebaseerd is op fiscale overwegingen, maar dat er ook andere motieven naar voren worden geschoven.

Twijfel je of een herziening van je huwelijksovereenkomst en/of verrichte schenkingen mogelijk is zonder bijkomende heffing van schenk- of erfbelasting? Wil je weten welke voorwaarden je hierbij best opneemt? Neem dan vrijblijvend contact op met het team van Lemon Consult om je hierin bij te staan.

Eline Feys
Expert vermogensplanning