Het is weer die tijd van het jaar. Cadeautjes worden enthousiast onder de kerstboom gelegd. Maar in plaats van een traditionele cadeaubon wenst u aan uw naasten dit jaar misschien wel een geldsom te schenken? Maar hoe pakt u dit nu weer correct aan? Hierbij enkele do’s en don’ts zodat het niet alleen rond kersttijd peis en vree is, maar ook bij uw later overlijden als schenker.

1/ Maak bewijsdocumenten op
Om latere discussies met de fiscus of met andere erfgenamen te vermijden, is het aangewezen om een schriftelijk bewijs te hebben van de bankgift (en haar modaliteiten) en de datum waarop deze tot stand is gekomen.

De bankgift is een onrechtstreekse schenking en wordt doorgaans aan de hand van 3 documenten bewezen: een voorafgaande intentiebrief van de schenker, de bankrekeninguittreksels waaruit de overschrijving blijkt en een aanvaardingsbrief (zgn. pacte adjoint) ondertekend door de schenker en de begiftigde.

Het is tevens van belang dat in de mededeling van de overschrijving neutraal is en de woorden “schenking” of “gift” niet worden gebruikt. Is dit wel het geval, dan zou er sprake zijn van een rechtstreekse schenking zijn die enkel tot stand kan komen middels notariële akte. Is aan deze vormvereiste niet voldaan, dan is de schenking nietig. Absoluut te vermijden, dus.

2/ Koppel voorwaarden en modaliteiten aan uw bankgift
Hoewel een bankgift ongetwijfeld met veel liefde wordt gedaan, worden toch best bepaalde zekerheden ingebouwd. Een kind dat ontspoort, een schoonzoon of -dochter die wordt gevreesd, een jammerlijk vooroverlijden van de begiftigde,… Allemaal mogelijke scenario’s waartegen u zich wenst in te dekken. Door voorwaarden en modaliteiten in de schenkingsdocumenten op te nemen, kan aan deze situaties een mouw worden gepast.

Zo kan voorzien worden dat:

  • de begiftigde de geschonken gelden enkel kan vervreemden mits uw toestemming (vervreemdingsverbod);
  • het de begiftigde niet is toegestaan de geschonken gelden in te brengen in de huwgemeenschap (uitsluitingsclausule):
  • de geschonken gelden bij een (kinderloos) vooroverlijden van de begiftigde naar uw vermogen zullen terugkeren (beding van terugkeer).

Of een bankgift met voorbehoud van vruchtgebruik mogelijk is, wordt betwist. Indien dit gewenst is, wordt beter gebruik gemaakt van een notariële akte. In dat geval zal er wel schenkbelasting verschuldigd zijn, tenzij u de akte laat verlijden voor een Nederlandse notaris. Indien u niet wenst te schenken via notariële akte en zich toch wenst te verzekeren van een periodiek inkomen, kan u de last tot betaling van een lijfrente in de schenkingsdocumenten voorzien.

3/ Blijf nog 3 jaar leven
Een bankgift kan fiscaal interessant zijn. Wanneer u niet binnen de drie jaar na de bankgift komt te overlijden, zal er geen schenkbelasting noch erfbelasting moeten worden betaald. Dit in tegenstelling tot bij een schenking voor een notaris, waar er steeds schenkbelasting verschuldigd is.

Bij een overlijden binnen de 3 jaar na de bankgift zal er echter alsnog erfbelasting verschuldigd zijn, tenzij u de opgemaakte documenten voor het overlijden vrijwillig heeft laten registreren en schenkbelasting heeft betaald. Indien u bv. ernstig ziek wordt en overgaat tot registratie van de bankgift, zal de normale schenkbelasting van 3% (bij een schenking in rechte lijn) verschuldigd zijn. De erfbelasting (aan progressieve tarieven) die verschuldigd zou zijn bij een overlijden binnen de 3-jarige periode wordt op die manier vermeden.

Het hoeft geen betoog dat de bewijsdocumenten met zorg dienen te worden opgemaakt en de voorwaarden en modaliteiten met kennis van zaken dienen te worden geformuleerd. Laat u hiervoor bijstaan door een specialist, zodat u met een gerust gemoed kan overgaan tot de schenking.

 

Inge Veldeman
Expert estate planning