Al eens stil gestaan bij de begunstiging van uw levensverzekering?

Waarschijnlijk hebt u wel eens levensverzekering onderschreven, zoals bijvoorbeeld een pensioenspaarverzekering of een beleggingsverzekering. Daarin hebt u een begunstigde aangeduid. Weet u nog wie die begunstigde is? En stemt dit nog overeen met uw wensen op vandaag? 

De begunstiging nader toegelicht

Bij het onderschrijven van een levensverzekering hebt u de mogelijkheid om een begunstigde bij overlijden aan te wijzen naar uw persoonlijke voorkeur. Deze persoon zal het kapitaal van uw levensverzekering ontvangen indien u komt te overlijden.

U kan ervoor opteren om één begunstigde aan te duiden, alsook meerdere begunstigden. Bij meerdere begunstigden kan u de volgorde kiezen, zodat de begunstigde in eerste rang het kapitaal integraal ontvangt.  Als deze eerste begunstigde overleden zou zijn komt het bedrag toe aan de begunstigde in tweede rang.

De aanduiding van de begunstigde kan u als verzekeringnemer steeds wijzigen. Maar éénmaal de begunstigde de begunstiging heeft aanvaard is hiervoor de toestemming van deze aanvaardende begunstigde nodig.

Ook de verwoording van de begunstigingsclausule is van essentieel belang om achteraf discussies te voorkomen. Levensverzekeringen worden dan ook beter herzien wanneer de levensomstandigheden veranderen, bv. een relatiebreuk met uw partner of de geboorte van een kind. De aanpassing van uw begunstiging vergeten, kan belangrijke consequenties met zich meebrengen…

Voor welke types van begunstiging kan u opteren?

Vooreerst kan u een begunstigde aanduiden op een algemene manier, door alle personen aan te duiden die de aangegeven hoedanigheid hebben (voorbeelden: ‘de kinderen van de verzekeringsnemer’, ‘de echtgeno(o)t(e) van de verzekeringsnemer’, ‘de broers en zussen van de verzekeringsnemer’, enz.)

Daarnaast kan u een begunstigde aanduiden op een nominatieve wijze, door één of meerdere personen bij naam aan te duiden (bijvoorbeeld: ‘zijn zoon Lowie’).

U zou ervan kunnen uitgaan dat de uitwerking van beide types dezelfde is. Maar in realiteit is dat niet altijd zo en kan de uitwerking verregaande gevolgen hebben zoals hierna blijkt.

Uitwerking ten aanzien van een ex-echtgenoot

Stel: u hebt een pensioenspaarverzekering afgesloten waarin uw echtgenoot als begunstigde van het overlijdenskapitaal is aangeduid. U gaat echter uit elkaar en de begunstigingsclausule wordt niet aangepast. Enkele jaren later komt u te overlijden. Ontvangt uw ex dan het opgespaard kapitaal?

Er dient een onderscheid te worden gemaakt naar gelang uw echtgenoot al dan niet nominatief (bij naam) werd aangeduid.

De aanduiding is nominatief

Wanneer er een einde komt aan het huwelijk vervallen alle huwelijksvoordelen die echtgenoten hebben ten opzichte van elkaar. Uw ex-echtgenoot zal geen recht meer hebben op het kapitaal van uw levensverzekering na de echtscheiding, ook al was u de begunstigingsclausule van uw levensverzekering vergeten aanpassen. De rechtsleer neemt aan dat de nominatief aangeduide ex-echtgenote na een scheiding haar rechten verliest, tenzij de polis vóór het aangaan van het huwelijk afgesloten werd. In dit laatste geval zal het kapitaal bij overlijden aan de ex worden uitgekeerd.

Opgelet: voor samenwonenden (zowel feitelijke als wettelijke) geldt deze regel niet. Had u uw samenwonende partner bij naam aangeduid in uw levensverzekering, dan past u de begunstigingsclausule na een relatiebreuk best aan. Indien u dit niet doet, dan kan uw ex-partner bij uw overlijden nog aanspraak maken op het overlijdenskapitaal.

De aanduiding is algemeen

In dat geval varieert de uitwerking naargelang u al dan niet hertrouwt.

  • U hertrouwt: uw nieuwe echtgenoot wordt de begunstigde.
  • U hertrouwt niet: de begunstigde in tweede rang (bv. de kinderen) ontvangt het kapitaal van uw levensverzekering. Indien u geen tweede begunstigde heeft aangeduid, dan wordt het kapitaal uitgekeerd aan uw nalatenschap.

Uitwerking ten opzichte van kinderen

De aanduiding van kinderen is minstens even belangrijk als de aanduiding van uw echtgenoot of partner. Opnieuw zijn er twee mogelijkheden, waarbij de gevolgen bij het vooroverlijden van één van de kinderen verschillend is:

  • Ofwel duidt u uw kinderen aan bij naam. Indien één van uw begunstigde kinderen vóóroverleden is, dan wordt het kapitaal verdeeld onder de andere begunstigden en zal het mechanisme van plaatsvervulling (waarbij kleinkinderen in plaats van het vooroverleden kind treden) niet automatisch van toepassing zijn.
  • U kan uw kinderen ook bij hoedanigheid aanduiden bv. “de kinderen”. Indien een begunstigd kind vóóroverleden is zullen het wél zijn eigen erfgenamen in rechte lijn zijn (de kleinkinderen dus), die recht hebben op het uit te keren kapitaal. Hhet mechanisme van plaatsvervulling zal hier wel aan de orde zijn.

Ook bij de geboorte van een nieuw kind is voormeld onderscheid van belang. In het eerste geval zal het nieuwe kind geen begunstigde zijn (want niet bij naam genoemd), terwijl dit in het tweede geval wel zo is.

Daarnaast bestaat de mogelijkheid om zowel uw kinderen als uw echtgenoot aan te duiden. Er kan daarbij zelfs een bepaalde verdeelsleutel worden aangewend die zal bepalen wie welke prestaties zal ontvangen na uw overlijden. Indien er niks staat aangeduid over de verdeling, dan zal de helft van het kapitaal worden uitgekeerd aan de kinderen en de andere helft zal worden toegekend aan de echtgenoot.

“De nalatenschap” of “de wettige erfgenamen”

In het verleden vermeldden veel levensverzekeringen als begunstigde “mijn wettige erfgenamen”. Bij het hanteren van de aanduiding “wettelijke erfgenamen” in een begunstigingsclausule, wordt het kapitaal in gelijke delen alleen uitgekeerd aan personen die volgens de wet erfgenamen zijn. Er wordt dus geen rekening gehouden met een eventueel opgemaakt testament noch met de regels voor verdeling volgens het erfrecht (vruchtgebruik – blote eigendom).

Sinds 2012 moeten deze begunstigingsclausules echter geïnterpreteerd worden als ‘mijn nalatenschap’.

Wat is nu het verschil?

“Mijn nalatenschap” aanduiden als begunstigde heeft voor gevolg dat het overlijdenskapitaal van de levensverzekering volgens het wettelijk erfrecht verdeeld wordt onder de erfgenamen. Indien u een testament hebt opgesteld dan gebeurt de verdeling van het kapitaal volgens de inhoud van dat testament.

Hoe fiscaal optimaliseren?

Het aanduiden van de “nalatenschap” als begunstigde kan ook een interessante planningstechniek zijn.

Stel dat u maar één persoon zou aanduiden als begunstigde dan verkrijgt deze de overlijdenskapitalen in volle eigendom. Dit kan ervoor zorgen dat de successiekost hoger oploopt dan wanneer het kapitaal zou vererven volgens de wettelijke devolutie.

Wanneer u daarentegen “de nalatenschap” aanduidt als begunstigde, in combinatie met een testament, dan zal de uitkering de werking van het testament volgen. Op die manier kan het kapitaal verspreid worden over meerdere personen waardoor er ook een lagere erfbelasting zal verschuldigd zijn.

Conclusie:

Doorgaans zal een algemene aanduiding van de begunstigde van het overlijdenskapitaal de voorkeur verdienen. Niettemin kan het in uw persoonlijke situatie aangewezen zijn om te opteren voor een aanduiding bij naam. Vooral in nieuw samengestelde gezinnen kan een dergelijke aanduiding aan de orde zijn.

Een levensverzekering is dan ook de ideale manier voor grootouders om een bescheiden erfdeel rechtstreeks na te laten aan de kleinkinderen. Tot en met een bedrag van € 12.500 is vrijgesteld van erfbelasting, per kind en per grootouder. Hou er wel rekening mee dat deze vrijstelling enkel geldt voor erfgenamen in rechte lijn.

Besteed dan ook de nodige aandacht aan de aanduiding van de begunstigden in uw levensverzekeringscontract, zodat uw kapitaal in alle omstandigheden bij de juiste personen terechtkomt.

Lynn Boterberg
Expert fiscale en financiële planning