Heeft u in het kader van een successieplanning effecten of geldbeleggingen geschonken met voorbehoud van vruchtgebruik? Of bent u van plan dit te doen? Eventueel in combinatie met een maatschap? Dan is het belangrijk om het standpunt van de Vlaamse Belastingdienst (Vlabel) te kennen over de incorporatie van vruchten bij gesplitst ingeschreven effecten of geldbeleggingen.

Wat is een gesplitste inschrijving?

Wordt een effectenportefeuille geschonken met voorbehoud van vruchtgebruik, dan ontstaat er een juridische splitsing van de eigendom van deze effectenportefeuille: de blote eigendom komt toe aan de begiftigde terwijl het vruchtgebruik bij de schenker blijft. Op die manier blijft de schenker als vruchtgebruiker recht hebben op de vruchten (intresten en dividenden) die het geschonken kapitaal voortbrengt.

Vermoeden van ‘bedekte bevoordeling’

Bij overlijden van de vruchtgebruiker zal de blote eigenaar toch nog erfbelasting verschuldigd zijn op de volle eigendom van de geschonken effectenportefeuille, tenzij hij kan bewijzen dat er geen sprake was van een ‘bedekte bevoordeling’. Vlabel heeft bevestigd dat de verkrijging van de blote eigendom door een voorafgaande schenking geldt als tegenbewijs, ongeacht of deze schenking al dan niet werd geregistreerd. Tot zover niet bijzonders dus.

Wat met de vruchten?

De interesten en dividenden die de geschonken effectenportefeuille voortbrengen komen in volle eigendom toe aan de vruchtgebruiker. Deze vruchten kunnen worden overgeschreven op een aparte vruchtenrekening op naam van de vruchtgebruiker, maar de vruchtgebruiker kan ook beslissen om ze te laten aangroeien bij de oorspronkelijke effectenportefeuille die gesplitst ingeschreven staat op naam van de vruchtgebruiker en de blote eigenaar.

In dit laatste geval oordeelt Vlabel dat er op dat moment een nieuwe gesplitste inschrijving ontstaat die geviseerd wordt door het vermoeden van de ‘bedekte bevoordeling’. Dit betekent dat de blote eigenaar bij het overlijden van de vruchtgebruiker erfbelasting zal moeten betalen op de niet-uitgekeerde vruchten, aangezien het tegenbewijs van de voorafgaande schenking in principe niet kan worden aangetoond.

Vlabel heeft in haar recent standpunt besloten om deze visie niet door te trekken wanneer de effectenportefeuille deel uitmaakt van een maatschap.

Wanneer de algemene vergadering van de maatschap zou beslissen om de vruchten niet uit te keren aan de vruchtgebruiker, maar deze te reserveren of te incorporeren in het gesplitst ingeschreven kapitaal, dan zal dit beschouwd worden als een onrechtstreekse schenking en niet als nieuwe gesplitste inschrijving. Deze onrechtstreekse schenking wordt belast in de erfbelasting indien de vruchtgebruiker binnen de drie jaar na de beslissing van de algemene vergadering overlijdt, tenzij deze alsnog ter registratie wordt aangeboden en er schenkbelasting van 3% (tarief in rechte lijn en tussen partners) of 7% (tarief tussen alle andere personen) wordt betaald op de vruchten.

Conclusie

De vruchten van een effectenportefeuille die niet worden uitgekeerd aan de vruchtgebruiker, maar geïncorporeerd worden in het gesplitst ingeschreven kapitaal, zullen bij het overlijden van de vruchtgebruiker steeds belast worden in de erfbelasting, ongeacht de termijn die sindsdien is verstreken. Wordt de effectenportefeuille aangehouden in een maatschap, dan zullen enkel de niet-uitgekeerde vruchten van de laatste drie jaar vóór het overlijden van de vruchtgebruiker belast worden in de erfbelasting, tenzij deze ter registratie werden aangeboden.

Bij een schenking van uw effectenportefeuille met voorbehoud van vruchtgebruik, kan de combinatie met een maatschap eventueel interessant zijn. Lemon Consult is graag bereid u hierin te adviseren.

Dana Vandaele
Expert familiale planning