Het VVPRbis-regime maakt het mogelijk om dividenden uit te keren na inhouding van een verlaagde roerende voorheffing, mits een wachtperiode doorlopen wordt. Nu heeft de fiscus bevestigd dat deze wachtperiode ingekort kan worden.

Het VVPRbis-regime in een notendop

Wanneer een vennootschap een dividend uitkeert aan haar aandeelhouders dan dient zij hierop een roerende voorheffing in te houden. Het tarief inzake roerende voorheffing bedraagt in principe 30% maar er zijn een aantal gunstregimes die het mogelijk maken om dividenden uit te keren mits inhouding van een verlaagde roerende voorheffing. Eén van deze regimes is het VVPRbis-regime.

Het VVPRbis-regime houdt in dat er, na een wachtperiode, een verlaagde roerende voorheffing van toepassing is voor dividenden die voortkomen uit “nieuwe” aandelen op naam. Nieuw wil zeggen dat de aandelen werden uitgegeven vanaf 1 juli 2013.

De vennootschap en de uitgegeven aandelen dienen wel te voldoen aan bepaalde voorwaarden. Zo komen aandelen slechts in aanmerking voor de verlaagde roerende voorheffing indien aan volgende voorwaarden is voldaan:

  • Het moet gaan om een KMO-vennootschap. Deze voorwaarde geldt enkel voor het boekjaar tijdens hetwelk de inbreng geschiedt. Wordt de vennootschap tijdens een later boekjaar een grote vennootschap, dan blijft deze voorwaarde dus vervuld.
  • Het moet gaan om aandelen die werden uitgegeven voor een inbreng in geld die volledig volstort is (op het moment van uitkering van het dividend).
  • Het mag niet gaan om preferente aandelen.
  • Men moet ononderbroken volle eigenaar blijven van de aandelen. Het voordeel gaat bijgevolg verloren bij eigendomsoverdracht, behoudens in een aantal specifieke gevallen.

Opdat de verlaagde roerende voorheffing van toepassing zou zijn dient er wel een wachtperiode doorlopen te worden. Zo bedraagt de roerende voorheffing:

  • 20% voor de dividenden die toegekend worden uit de winstverdeling van het 2e boekjaar na dat van de inbreng.
  • 15% voor de dividenden die toegekend worden uit de winstverdeling van het 3e boekjaar na dat van de inbreng.

Wordt er een dividend uitgekeerd tijdens het boekjaar van inbreng of het 1e boekjaar na dat van de inbreng, dan is het basistarief van 30% verschuldigd.

Fiscus bevestigt: kortere wachtperiode mogelijk

De fiscus heeft in een circulaire recent aangegeven dat de wachtperiode ingekort kan worden door een tussentijds of interimdividend uit te keren.

Een tussentijds dividend is een dividend dat uitgekeerd wordt vanuit de uitkeerbare reserves en/of de overgedragen winst zoals dit blijkt uit het laatst afgesloten boekjaar. Dit kan normaliter maar gebeuren eens de laatst afgesloten jaarrekening door de algemene vergadering werd goedgekeurd. Het is de algemene vergadering die beslist over het tussentijds dividend.

Een interimdividend is een dividend dat uitgekeerd wordt vanuit de winst van het lopende boekjaar, vermeerderd met de overgedragen winst of verminderd met het overgedragen verlies, zonder dat er onttrekking gebeurt aan de bestaande reserves. Het is het bestuursorgaan dat beslist over het uitkeren van een interimdividend, mits deze hiertoe statutair gemachtigd werd.

Dit betekent dat als er in het 3e boekjaar na het boekjaar van de inbreng overgegaan wordt tot de uitkering van een tussentijds of interimdividend reeds de verlaagde roerende voorheffing van 15% van toepassing zal zijn.

Voorbeeld

Jan heeft op 21 maart 2021 een vennootschap (BV) opgericht waarvan het eerste boekjaar afsluit op 31 december 2021. De jaarvergadering vindt plaats in juni.

Dit betekent dat er in principe ten vroegste op de gewone algemene vergadering die plaatsvindt in juni 2025 kan overgegaan worden tot de uitkering van een dividend waarop een verlaagde roerende voorheffing van 15% verschuldigd is.

De vennootschap zou vanaf juli 2024 evenwel ook via een bijzondere algemene vergadering kunnen overgaan tot het uitkeren van een tussentijds dividend, waarop 15% roerende voorheffing ingehouden wordt. Zodoende wordt de wachtperiode met ongeveer 1 jaar ingekort.

x

Conclusie

Wie aanspraak maakt op het VVPRbis-regime en sneller dividenden wenst uit te keren kan dit door gebruik te maken van een tussentijds of interimdividend. Als u tot dergelijke uitkering overgaat is het wel van belang dat u alle voorwaarden en procedures dienaangaande respecteert. Denk hierbij aan de verplichte uitkeringstesten en de opmaak van een staat van actief en passief ingeval van een interimdividend.

Wenst u na te gaan of uw vennootschap voldoet aan alle voorwaarden om aanspraak te maken op het VVPRbis-regime? Contacteer ons en wij helpen u graag verder.

Steve Bossuyt
Expert fiscale en familiale planning