Zij die samenwonen zonder gehuwd te zijn of een verklaring van wettelijke samenwoning te hebben afgelegd, zijn feitelijk samenwonend. In tegenstelling tot gehuwden of wettelijk samenwonenden, erven feitelijk samenwonenden niet automatisch van elkaar. Willen zij elkaar beschermen bij een overlijden, dan zullen zij zelf de nodige maatregelen moeten treffen. Hierna bespreken we enkele gangbare planningstechnieken.


1. Maak een testament op

Wenst u (een deel van) uw vermogen na te laten aan uw feitelijk samenwonende partner, dan zal u een testament moeten opmaken. Zo niet, dan zal uw partner niets erven en komt uw vermogen toe aan uw eigen familie.

Als feitelijk samenwonenden van elkaar erven op basis van een testament, dan zullen uiteraard successierechten verschuldigd zijn. Daarbij is het volgende van belang:

  • In het Vlaams Gewest kunnen feitelijk samenwonenden genieten van dezelfde gunstige tarieven als gehuwden, op voorwaarde dat zij minstens 1 jaar ononderbroken hebben samengewoond én een gemeenschappelijke huishouding hebben gevoerd.
  • De Vlaamse vrijstelling op de eerste schijf van € 50.000 roerend vermogen geldt eveneens voor feitelijke samenwoners die minstens 1 jaar ononderbroken hebben samengewoond en een gemeenschappelijke huishouding hebben gevoerd.
  • Tussen feitelijk samenwonenden wordt de gezinswoning vrijgesteld van de Vlaamse erfbelasting na minstens 3 jaar ononderbroken te hebben samengewoond en een gemeenschappelijke huishouding te hebben gevoerd.

Een uittreksel uit het bevolkingsregister waaruit blijkt dat u reeds meer dan 1 of 3 jaar op eenzelfde adres bent ingeschreven, houdt een weerlegbaar vermoeden in van de ononderbroken samenwoning en van het voeren van de gemeenschappelijke huishouding.

Zijn deze voorwaarden niet voldaan, dan zijn de tarieven tussen ‘vreemden’ van toepassing, die al snel oplopen tot 55%.

Heeft u kinderen, dan dient u er rekening mee te houden dat zij over een voorbehouden erfdeel beschikken dat hen niet zomaar ontnomen kan worden (de zogenaamde reserve). Deze reserve bedraagt 50% van uw nalatenschap, ongeacht het aantal kinderen. Over de andere 50% kan u volledig vrij beschikken ten voordele van uw partner (het zogenaamde beschikbaar deel).  Indien zou blijken dat door de uitwerking van het testament de reserve van de kinderen wordt aangetast, dan kunnen zij een vordering tot inkorting instellen.

Een testament kan weliswaar steeds herroepen worden, zelfs zonder medeweten van uw partner. Een testament biedt dan wel een zekere bescherming, maar het bestaan ervan is afhankelijk van de wil van degene die het opstelt.


2. Sluit een beding van aanwas af

U kan uw feitelijk samenwonende partner eveneens financieel beschermen door het afsluiten van een beding van aanwas.

Een beding van aanwas is een kanscontract (en dus ten bezwarende titel) waarbij het aandeel van de eerststervende, onder opschortende voorwaarde van zijn vooroverlijden, zal aangroeien bij dat van de langstlevende. Het beding van aanwas kan zowel betrekking hebben op roerende als op onroerende goederen.

De rechten die aanwassen bij het vermogen van de langstlevende zijn door deze laatste verkregen ingevolge de uitwerking van een overeenkomst tussen partijen en bijgevolg niet uit de nalatenschap van de overledene. Dit heeft twee belangrijke gevolgen:

  • Heeft u kinderen, dan kunnen geen inkorting vragen.
  • De verkrijging ten gevolge van de uitwerking van het beding van aanwas is niet onderhevig aan erfbelasting.

Indien het beding van aanwas onroerende goederen tot voorwerp heeft, dan zal bij het overlijden van de eerststervende verkooprecht (10% in Vlaanderen) verschuldigd zijn door de langstlevende. Roerende goederen daarentegen komen onbelast toe aan de langstlevende.

Zo zal het in Vlaanderen fiscaal interessanter zijn om uw aandeel in de gezinswoning die u samen met uw partner bezit, via testament aan uw partner te laten toekomen, vermits de gezinswoning wordt vrijgesteld van erfbelasting indien aan de hogervermelde voorwaarden is voldaan.

Een beding van aanwas berust op een wederzijds akkoord en kan dus niet zomaar door één van de partijen herroepen of beëindigd worden. Hiervoor zal steeds de toestemming van de andere partij nodig zijn. Op dit vlak biedt het beding van aanwas meer zekerheid voor de langstlevende dan een testament, die steeds eenzijdig kan herroepen worden.

De Vlaamse Belastingdienst (Vlabel) aanvaardt de uitwerking van het beding van aanwas en heft geen schenk- of erfbelasting indien aan de volgende voorwaarden is voldaan:

  • Het beding van aanwas moet opgenomen zijn in een notariële akte, indien het betrekking heeft op onroerende goederen. Deze voorwaarde geldt niet voor roerende goederen.
  • Het beding van aanwas moet beperkt zijn, via een beschikking onder bijzondere titel. Het beding van aanwas moet met andere woorden slaan op welbepaalde goederen en niet op algemeenheden.
  • Het beding van aanwas moet ten bezwarende titel zijn. Dit houdt in dat er sprake moet zijn van een gelijkaardige levensverwachting tussen de partijen en een gelijkwaardige inleg.

Vlabel wijst er evenwel op dat, ook al is aan de hogervermelde voorwaarden voldaan, de aanwasbedingen getoetst kunnen worden aan de algemene antimisbruikbepaling. Volgens Vlabel is er geen sprake van fiscaal misbruik als er ook niet-fiscale motieven aan de grondslag van de verrichting liggen en deze voldoende opwegen tegen de fiscale motieven.

3. Doe een schenking

Tijdens uw leven kunt u uw partner bevoordelen door een schenking te doen van roerende goederen.

Roerende goederen kunnen geschonken worden bij notariële akte, via een handgift of een bankgift (onrechtstreekse schenking). Het is pas wanneer een notariële akte of een onderhands geschrift ter registratie wordt aangeboden, dat er schenkingsrechten zullen betaald moeten worden. Alleen schenkingen die vastgelegd zijn in een akte verleden voor een Belgische notaris zijn verplicht registreerbaar, zodat een hand- of bankgift op zich geen aanleiding geeft tot de heffing van schenkingsrechten.

In het Vlaams Gewest zullen feitelijke samenwoners die minstens 1 jaar samenwonen 3% schenkbelasting betalen op een geregistreerde roerende schenking. Hiermee worden zij fiscaal gelijkgesteld met schenkingen in rechte lijn, tussen gehuwden en wettelijk samenwonenden. Het tarief tussen alle andere personen bedraagt 7%.

Bij een niet-geregistreerde schenking zal er alsnog erfbelasting verschuldigd zijn wanneer de schenker binnen de 3 jaar na de schenking komt te overlijden.

Doet u een schenking aan uw feitelijk samenwonende partner, dan kunt u daar niet meer op terugkomen. Aan de schenking kunt u wel bepaalde modaliteiten koppelen, voor zover deze er niet toe leiden dat u eenzijdig de schenking kan ongedaan maken. Zo kan het nuttig zijn een beding van conventionele terugkeer aan de schenking te koppelen. Hierbij bedingt de schenker dat de geschonken goederen naar hem zullen terugkeren indien de begiftigde vóór hem zou overlijden. Doordat de geschonken goederen niet in de nalatenschap van de begiftigde vallen, is er ook geen erfbelasting meer verschuldigd.

Heeft u kinderen, dan zal u ook hier rekening moeten houden met hun reserve. Indien later zou blijken dat door de schenking de reserve van de kinderen wordt aangetast, dan zouden zij de inkorting van de schenking kunnen vorderen.

Dana Vandaele
Expert vermogensplanning

Een vraag over dit artikel? Stel ze hier aan de auteur.