Door de Wet van 27 april 2018 houdende de hervorming van het ondernemingsrecht wordt een nieuw ondernemingsbegrip ingevoerd. Als gevolg van de hervorming zal ook een burgerlijke maatschap voortaan als een onderneming worden beschouwd. De onderwerping van de maatschap aan de regels van het ondernemingsrecht heeft belangrijke gevolgen. Een maatschap zal moeten worden ingeschreven in de Kruispuntbank van Ondernemingen (KBO) en zal worden onderworpen aan de boekhoudwetgeving.
Successieplanning
Een burgerlijke maatschap is een frequent gebruikt controlevehikel in het kader van een successieplanning voor roerend vermogen, zoals een effectenportefeuille. De maatschap is een beheersvehikel dat de schenkers (lees de ouders) in staat stelt om een geschonken effectenportefeuille verder te beheren (als zaakvoerders van de maatschap).
Een van de redenen waarom de burgerlijke maatschap een populaire beheersstructuur is voor een familiale vermogensplanning is haar soepel en discreet karakter. Voor de oprichting van een burgerlijke maatschap is geen notariële akte vereist. Een onderhandse akte volstaat. Een maatschap is ook discreet naar derden toe. Er is bijvoorbeeld geen publicatieverplichting in het Belgisch Staatsblad, noch een verplichting om de statuten neer te leggen op de griffie van de rechtbank van koophandel (ondernemingsrechtbank). Een burgerlijke maatschap is ook niet onderworpen aan de boekhoudwetgeving en er is geen verplichting om een jaarrekening neer te leggen bij de Nationale Bank van België.
Inschrijving KBO
Omdat een maatschap voortaan als een onderneming wordt beschouwd, zal elke maatschap zich moeten inschrijven in de Kruispuntbank van Ondernemingen (KBO). Het KBO is een gegevensbank aangemaakt en in beheer van de FOD Economie waarin de identificatiegegevens van ondernemingen zijn samengebracht.
Een deel van de gegevens opgenomen in de databank zijn vrij toegankelijk via het internet. U kan zelfs zoeken op adres. In principe is ook de grootte van het maatschappelijk kapitaal voor iedereen zichtbaar. Hopelijk geldt dat binnenkort niet voor maatschappen die als enig doel hebben het beheer en het beleggen van een familiaal vermogen! De modaliteiten van de inschrijving moeten nog bij koninklijk Besluit worden vastgelegd.
De verplichte registratie geldt in principe vanaf 1 november 2018 (de dag de nieuwe wet in werking treedt). Bestaande maatschappen hebben in principe de tijd tot 1 mei 2019.
Onderwerping aan de boekhoudwetgeving
Een ander belangrijk gevolg van de hervorming van het ondernemingsrecht is dat maatschappen voortaan ook verplicht zijn om een boekhouding te voeren. Maatschappen waarvan de omzet een drempel van 500.000 euro niet overtreft, zullen wellicht een vereenvoudigde boekhouding (i.p.v. een dubbele boekhouding) moeten voeren. Dat houdt in dat alle verrichtingen “zonder uitstel, getrouw, volledig en naar tijdsorde” moeten worden ingeschreven in dagboeken. Concreet zal een financieel dagboek, een inkoopboek en een verkoopboek moeten worden bijgehouden. Bovendien zal jaarlijks een inventaris moeten worden opgemaakt van alle bezittingen, vorderingen, schulden en verplichtingen. Op basis van de dagboeken en de inventaris zal een jaarrekening moeten worden opgemaakt. In principe zal die jaarrekening niet ter publicatie moeten worden neergelegd bij de Nationale bank van België. Maatschappen zullen hun boeken gedurende minstens zeven jaar moeten bewaren.
Voor maatschappen die op 1 november 2018 of later worden opgericht geldt de boekhoudplicht meteen. Voor bestaande maatschappen geldt de verplichting in principe vanaf 1 januari 2020.
UBO-register
Verder is het ook uitkijken naar het koninklijk besluit betreffende de werkingsmodaliteiten van het “UBO-register”. De UBO-regelgeving voorziet in het invoeren van een register van uiteindelijke begunstigden in België (in het Engels ‘UBO’ genoemd, dat staat voor ‘Ultimate Beneficial Owner). De kans bestaat dat ook maatschappen de identiteitsgegevens van de achterliggende vennoten zullen moeten overmaken aan het UBO-register.
Thomas Weyts
Expert fiscale en financiële planning