Wie aan successieplanning denkt, denkt daarbij zelden aan een jong koppel dat in het huwelijksbootje stapt. Het zou eerder iets zijn voor welstellende grootouders die hun vermogen doorgeven aan de volgende generaties. Helemaal onterecht! Een vroegtijdig overlijden door ziekte of ongeval valt helaas niet uit te sluiten.
En op jongere leeftijd, wanneer er nog geen of minderjarige kinderen zijn, wensen partners elkaar doorgaans te beschermen. We bekijken even hoe dit kan.
1/ Huwelijkscontract
Wie in het huwelijksbootje stapt, denkt best goed na over het huwelijksvermogensstelsel dat men aanneemt:Â een gemeenschapsstelsel (wettelijk stelsel), een stelsel van scheiding van goederen, of een variant hierop. Het gekozen stelsel zal onder meer een invloed hebben op de eigendomsverdeling van de latere beroepsinkomsten en de verdeling van het vermogen bij een echtscheiding of overlijden.
Ter bescherming van de langstlevende partner kunnen koppels die huwen onder een gemeenschapsstelsel, er voor opteren om een klassiek verblijvingsbeding (“langst leeft al heeft”) in hun huwelijksvoorwaarden in te lassen. Hierdoor zal het gemeenschappelijk vermogen bij een overlijden volledig toekomen aan de langstlevende partner. Nadelig aan deze clausule is dat zij doorgaans leidt tot een hogere successiekost.
Verfijnder is dan ook het keuzebeding, dat de langstlevende de mogelijkheid biedt om bepaalde gemeenschappelijke goederen in volle eigendom naar zich te trekken, terwijl andere zaken reeds door de kinderen kunnen worden geërfd. De langstlevende kan dus kiezen in functie van de successiekost, zijn/haar financiële noden, leeftijd en relatie met de kinderen.
Bij een stelsel van scheiding van goederen kan dan weer geopteerd worden voor een verrekenbeding. Dit kan nuttig zijn wanneer er na verloop van tijd scheeftrekkingen ontstaan tussen het vermogen van beide echtgenoten, bv. wanneer één van de echtgenoten thuis blijft om voor de kinderen te zorgen en de andere een professionele carrière uitbouwt. Zonder in detail te treden kan worden gesteld dat via het verrekenbeding, bij overlijden van één van de echtgenoten, de solidariteit tussen de partners wordt hersteld door intern met elkaar te verrekenen alsof zij gehuwd waren onder een gemeenschapsstelsel. Er vindt een vermogensverschuiving plaats van de “rijkere” echtgenoot naar de “armere” echtgenoot. Let wel: hoewel bepaalde rechtspraak en rechtsleer van oordeel is dat deze verschuiving belastingvrij kan gebeuren, deelt de Vlaamse Belastingdienst deze mening niet!
2/ Schenking tussen echtgenoten
Om elkaar te beschermen, kunnen partners ook opteren voor een schenking tussen echtgenoten. Dit is evenwel enkel mogelijk voor goederen die behoren tot het eigen vermogen van de echtgenoten. Goederen die tot het gemeenschappelijk huwelijksvermogen behoren kunnen niet tussen echtgenoten geschonken worden.
Voorbeeld:
Ann en Jan zijn gehuwd onder het wettelijk stelsel en hebben een tienjarige dochter Marie. Ten gevolge van het overlijden van haar vermogende ouders, beschikt Ann o.a. over een effectenportefeuille ter waarde van € 250.000. Zij wenst deze via bankgift te schenken aan haar echtgenoot Jan. Tien jaar na de schenking komt Ann te overlijden.
De geschonken effectenportefeuille behoort niet meer tot het vermogen van Ann en valt bij haar overlijden dus ook niet in haar nalatenschap. Hierop zal geen erfbelasting verschuldigd zijn. Let wel: indien Ann binnen de 3 jaar na de schenking zou komen te overlijden, dan is Jan hierop alsnog erfbelasting verschuldigd (tenzij de schenking geregistreerd zou zijn).
Bij het later overlijden van Jan, zal de effectenportefeuille in zijn nalatenschap vallen en onderworpen zijn aan erfbelasting. De schenking tussen echtgenoten is dan ook een eerste stap in het ruimere kader van de familiale planning. Zo kan er eventueel na het overlijden van Ann een regeling worden uitgewerkt naar Marie toe.
Een belangrijk voordeel is dat schenkingen tussen echtgenoten steeds herroepbaar zijn. Ann kan te allen tijde de schenking herroepen (bv. wanneer haar relatie met Jan zou vertroebelen), waardoor de effectenportefeuille terug haar eigendom wordt. Ook na het overlijden van Jan kan Ann de schenking nog herroepen.
3/ Testament
Tenslotte kan u ook via een testament flexibiliteit en bescherming voor de langstlevende inbouwen, bijvoorbeeld door te werken met een keuzelegaat. Hiermee kan de langstlevende kiezen in welke mate hij/zij goederen van de overledene wenst te erven, net zoals dit bij een keuzebeding het geval is. Interessant is wel dat een keuzelegaat (via testament) ook betrekking kan hebben op de eigen goederen van de overledene, terwijl een keuzebeding in een huwelijkscontract enkel op gemeenschappelijke goederen kan slaan.
Opgepast: bij de opmaak van een testament moet u er rekening mee houden dat bepaalde erfgenamen recht hebben op een bepaald minimum van uw nalatenschap dat hen niet kan worden ontnomen. Alles aan de langstlevende partner overmaken is bijgevolg niet altijd mogelijk.
Conclusie
Wanneer er geen kinderen zijn of deze nog minderjarig zijn, is de bescherming van de langstlevende partner bij een vroegtijdig overlijden vaak prioritair. Naar deze wens wordt echter niet altijd (tijdig) gehandeld, wat bij een plots overlijden tot ongewenste situaties kan leiden. Een aantal eenvoudige stappen kunnen echter een wereld van verschil maken. Tijdig actie ondernemen is dan ook de boodschap!
Inge Veldeman
Expert Estate Planning