Heb ik mijn kinderen wel gelijk bedeeld?
Je hebt tijdens je leven verschillende schenkingen gedaan aan jouw kinderen, waarbij je er nauw hebt op toegezien dat zij elk evenveel hebben gekregen. Althans, gevoelsmatig lijkt dat zo, maar is dit ook juridisch gezien het geval? Vaak blijken er toch scheeftrekkingen doorheen de jaren te zijn ontstaan, die tot onvrede bij de kinderen kunnen leiden wanneer je later overlijdt. Beter voorkomen dan genezen, denk je dan. De zgn. globale erfovereenkomst is een uitstekend instrument om samen met je kinderen in alle transparantie tot een evenwicht te komen in verband met gedane schenkingen en voordelen om zo latere discussies te vermijden.
Evenveel gekregen. Of toch niet?
We gaan uit van volgend fictief voorbeeld:
Marie is gepensioneerd en moeder van 3 kinderen, Els, Sofie en Peter. 25 jaar geleden vatte Els dure studies aan in het buitenland. Deze kostten in totaal € 100.000. Na haar studies trad Els in het huwelijk met Wim. Het huwelijksfeest had een prijskaartje van € 50.000. Zowel de studies als het huwelijksfeest werden betaald door Marie. Sofie kocht 6 jaar geleden een woning aan. Om haar financieel te ondersteunen, schonk Marie haar € 150.000 voor de aankoop van deze woning. Peter mocht evenwel ook niet met lege handen achterblijven, dus schonk Marie op hetzelfde ogenblik haar buitenverblijf in de Ardennen aan Peter ter waarde van € 150.000 en dit met voorbehoud van vruchtgebruik. Gezien het de bedoeling is dat alle kinderen uiteindelijk een gelijk deel krijgen, werden deze schenkingen gedaan als voorschot op hun erfdeel.
Marie is ervan overtuigd dat ze haar 3 kinderen gelijk heeft toebedeeld, maar niets is minder waar.
Verschillende waarderingsregels
Bij het overlijden van Marie wordt haar nalatenschap verdeeld. Hierbij wordt er niet alleen rekening gehouden met de nog aanwezige goederen in haar nalatenschap, maar ook met de op voorschot van erfdeel gedane schenkingen. Zo kan er een gelijke verdeling aan alle kinderen plaatsvinden (ook al hebben sommige kinderen reeds iets op voorhand gekregen). Dit is de zgn. techniek van de inbreng.
Maar aan welke waarde worden deze schenkingen ingebracht? In principe telt de waarde op het moment van de schenking, geïndexeerd tot aan het overlijden. Dit is de algemene waarderingsregel. Maar wanneer de begiftigde op het moment van de schenking (nog) niet kan beschikken over de volle eigendom van dit goed, bv. bij een schenking met voorbehoud van vruchtgebruik, geldt er een uitzonderingsregel. Het geschonken goed wordt dan gewaardeerd op het moment dat de begiftigde wel ten volle kan beschikken over dit goed, meestal bij het overlijden van de schenker.
De schenking aan Sofie zal aan de geïndexeerde waarde moeten ingebracht, zijnde in ons voorbeeld (afgerond) € 180.000. De schenking aan Peter moet daarentegen aan de waarde op het moment van overlijden worden ingebracht. Het buitenverblijf is op het moment van overlijden van Marie reeds € 200.000 waard. Sofie en Peter hebben bijgevolg geen gelijke schenking ontvangen.
Niet elk (geldelijk) voordeel is een schenking
En hoe worden de dure studies en het huwelijksfeest van Els gewaardeerd in de nalatenschap van Marie? Niet, is hier het antwoord. De betaling van dergelijke kosten zijn juridisch gezien geen schenkingen en moeten niet worden ingebracht. Bij overlijden van Marie wordt dus helemaal geen rekening gehouden met de € 150.000 die aan Els werd toebedeeld.
Ervan uitgaande dat er bij overlijden van Marie nog € 100.000 op haar rekening staat, zal de te verdelen massa € 480.000 (€ 100.000 + € 180.000 + € 200.000) bedragen. Elk van de kinderen heeft dus recht op € 160.000 (€ 480.000 / 3). De € 100.000 die nog op rekening stond van Marie zal bijgevolg integraal toekomen aan Els. Daarbovenop dienen Sofie en Peter elk nog respectievelijk € 20.000 en € 40.000 aan Els uit te betalen.
Dit is helemaal niet de verdeling die Marie voor ogen had. De schenkingen aan Sofie en Peter werden juist gedaan met de bedoeling om hen te compenseren, gezien Els in het verleden reeds een voordeel had genoten. Ondanks de goede bedoelingen van Marie, is er toch een scheeftrekking ontstaan.
De globale erfovereenkomst past hier een mouw aan
Om deze scheve situatie recht te trekken, kan men een globale erfovereenkomst afsluiten. Dit is een overeenkomst tussen één of beide ouders en al hun kinderen (meer precies: al hun vermoedelijke erfgenamen in de rechte neerdalende lijn). Deze overeenkomst stelt het bestaan van een evenwicht tussen de kinderen vast, rekening houdende met de schenkingen uit het verleden en de schenkingen die in de overeenkomst worden gedaan, met de situatie van elk van de kinderen én met voordelen die juridisch gezien geen schenkingen zijn.
In ons voorbeeld kunnen Marie en de kinderen overeenkomen dat de voordelen toegekend aan Els (zijnde de betaling van de studies en het huwelijksfeest) mee in rekening worden gebracht, samen met de aan Sofie en Peter gedane schenkingen, om zo het bestaan van een, volgens hen, billijk evenwicht tussen de drie kinderen vast te stellen.
Andere voordelen die enkel via een globale erfovereenkomst in rekening kunnen worden gebracht zijn zogenaamde dienstengiften. Denken we maar aan ouders die vele uren hebben meegeholpen bij de bouw of verbouwing van de woning van zoon- of dochterlief of die mee hebben ingestaan voor de opvang van de kleinkinderen.
Maar ook met de persoonlijke situatie van ieder kind kan rekening worden gehouden. Een kind dat het financieel moeilijk heeft, kan een groter bedrag toebedeeld krijgen dan het andere kind dat een bloeiende zaak heeft en niets tekort komt.
Ook kan aan het ene kind een schuldvordering worden toegekend wanneer de ouders op het moment van het sluiten van de globale erfovereenkomst over onvoldoende financiële middelen beschikken om dit kind op dat moment te compenseren. De last tot het betalen van deze schuldvordering wordt dan opgelegd aan het andere kind die reeds bepaalde goederen geschonken heeft gekregen of bepaalde voordelen heeft genoten (of deze toebedeeld krijgt in de globale erfovereenkomst).
Eens de ouders en de kinderen tot een evenwicht zijn gekomen en zich hiermee akkoord verklaren in de globale erfovereenkomst, kan hier niet meer op worden teruggekomen. Wat betreft de in de erfovereenkomst vermelde schenkingen hebben de kinderen definitief afgerekend ten aanzien van elkaar. De schenkingen moeten bij een later overlijden niet meer worden ingebracht, noch kan er ten aanzien van deze schenkingen inkorting worden gevraagd.
Strikt te volgen procedure
De globale erfovereenkomst moeten worden opgenomen in een notariële akte. Vooraleer kan worden overgegaan tot de ondertekening ervan, moeten bepaalde termijnen worden gerespecteerd waar niet van kan worden afgeweken. Zo moet de notaris het ontwerp van de overeenkomst meedelen aan alle partijen en legt hij een informatievergadering vast die ten vroegste kan worden gehouden na verloop van 15 dagen na het meedelen van de ontwerpovereenkomst. Op deze vergadering licht de notaris het ontwerp toe aan de partijen. De effectieve ondertekening van de globale erfovereenkomst kan vervolgens pas plaatsvinden na verloop van één maand na de informatievergadering.
Tot slot: ook voor pluskinderen!
Niet onbelangrijk om te weten is dat ook pluskinderen bij de globale erfovereenkomst kunnen worden betrokken. Een ouder kan naast zijn eigen kinderen ook de kinderen van zijn of haar echtgeno(o)t(e) of wettelijk samenwonende partner toebedelen in de globale erfovereenkomst.
Het grote voordeel van het betrekken van de pluskinderen is dat bij het later overlijden van de plusouder de eigen kinderen hier niet meer op kunnen terugkomen door inkorting te vragen. Zij hebben zich immers akkoord verklaard met deze toebedeling(en). De plusouder hoeft overigens niet alle kinderen van zijn of haar echtgeno(o)t(e) of wettelijk samenwonende partner bij de globale erfovereenkomst te betrekken. Wel blijft het de bedoeling dat er tussen de eigen kinderen tot een subjectief evenwicht wordt gekomen.
Inge Veldeman
Expert vermogensplanning