Het heeft heel wat voeten in de aarde gehad, maar de nieuwe federale regering is een feit. Het regeerakkoord omvat een waslijst aan maatregelen, waardoor je mogelijks door de bomen het bos niet meer ziet. Wij maakten voor jou een selectie.
Hier kan je een overzicht vinden van de maatregelen die een impact hebben op jouw onderneming, jouw inkomen, jouw spaargeld en jouw pensioen. Let wel, dit is een overzicht van de belangrijkste maatregelen, die de komende tijd nog verder moeten uitgewerkt worden. Van vele zaken is de exacte draagwijdte en inwerkingtreding nog niet gekend.
De Wever I en jouw onderneming
- Inzake de uitkering van dividenden wordt het stelsel van de liquidatiereserve licht aangepast, om het meer in lijn te brengen met het VVPRbis-stelsel (lees hier meer over beide stelsels ):
- De wachttermijn wordt verlaagd van 5 jaar naar 3 jaar.
- Het tarief van 5% roerende voorheffing (dat je betaalt wanneer je de liquidatiereserve na afloop van de wachtperiode uitkeert) wordt opgetrokken tot 6,5%, althans voor liquidatiereserves die vanaf 2026 worden aangelegd.
- Om voor het verlaagd tarief in de vennootschapsbelasting in aanmerking te komen, moet aan een bedrijfsleider een bezoldiging worden toegekend van minstens € 45.000 per jaar. Dit grensbedrag wordt opgetrokken tot € 50.000, en zal voortaan geïndexeerd worden. Bovendien zal de bezoldiging voor maximaal 20% uit voordelen van alle aard mogen bestaan. Vooral voor wie z’n sociale bijdragen met z’n vennootschap betaalt of wiens privéwoning in de vennootschap zit, kan dit belangrijk zijn.
- Verkoop je jouw onderneming, waarin je een participatie aanhoudt van minstens 20%? Dan zal er voortaan een getrapte meerwaardebelasting (‘solidariteitsbijdrage’) gelden:
- Tot € 1.000.000 geldt er een vrijstelling
- Tussen € 1.000.000 en € 2.500.000 geldt een tarief van 1,25%
- Tussen € 2.500.000 en € 5.000.000 geldt een tarief van 2,5%
- Tussen € 5.000.000 en € 10.000.000 geldt een tarief van 5%
- Vanaf € 10.000.000 geldt een tarief van 10%
Belangrijk is dat de meerwaardebelasting enkel zal gelden voor toekomstig opgebouwde meerwaarden. Historische meerwaarden blijven dus buiten schot. Stel dat je je onderneming oprichtte in 2010 met een startkapitaal van € 50.000. De huidige waarde van jouw aandelen bedraagt € 1.000.000, en in 2030 verkoop je je aandelen tegen een prijs van € 1.500.000. Omdat de meerwaarde die werd opgebouwd sinds de invoering van de belasting slechts € 500.000 bedraagt, zal deze niet getaxeerd worden.
Wat als je een participatie aanhoudt van 15% en deze verkoopt? Op basis van een letterlijke lezing van het regeerakkoord val je dan terug op de regels die gelden voor beleggers (zie verder), waardoor er slechts een vrijstelling van € 10.000 zou gelden en waarboven een tarief van belasting van 10% geldt. Anderzijds blijken sommige regeringspartijen er een andere interpretatie op na te houden en geldt volgens hen bij een verkoop van een aandelenparticipatie van bv. 15% enkel de vrijstelling van € 1.000.000 niet, waardoor deze schijf onderworpen zou zijn aan een tarief van 1,25% (wat uiteraard gunstig blijft t.o.v. een tarief van 1,25%). De wettekst zal hierover duidelijkheid moeten brengen.
Minwaarden zullen aftrekbaar zijn, doch niet overdraagbaar naar latere jaren.
Het lijkt aannemelijk dat deze bedragen en percentages zullen gelden per persoon. Dat zou willen zeggen dat wanneer 3 vennoten elk 1/3de van de aandelen aanhouden van een onderneming, deze verkopen en daarbij een totale meerwaarde realiseren van € 3.000.000, deze meerwaarde vrijgesteld blijft.
Een gelijkaardige redenering geldt dan wanneer de aandelen van een onderneming verspreid zijn tussen ouders en kinderen.
- Ontvangt je onderneming dividenden van dochterbedrijven, dan zijn deze dividenden normaliter vrijgesteld van vennootschapsbelasting op basis van de DBI-aftrek. Voor grote ondernemingen wordt deze DBI-aftrek (die fiscaaltechnisch een vrijstelling wordt), aangepast. De DBI-aftrek zal slechts kunnen worden toegepast op participaties van minstens 10% of met een aanschaffingswaarde van € 4.000.000 (in plaats van € 2.500.000 nu). Bovendien zal de participatie de aard moeten hebben van financieel vast actief.
Deze verstrengingen gelden ook voor de vrijstellingsregeling voor meerwaarden op aandelen. Verkoopt jouw onderneming een aandelenparticipatie, dan is de meerwaarde hierop slechts vrijgesteld als voormelde voorwaarden vervuld zijn.
Deze verstrengingen gelden niet voor KMO’s.
- De investeringsaftrek wordt onbeperkt overdraagbaar.
- KMO’s zullen terug degressief kunnen afschrijven.
- De fiscale vrijstelling voor meerwaarden op bedrijfsvoertuigen verdwijnt.
- Belegt jouw onderneming in een DBI-bevek, dan zal er een heffing van 5% komen op de meerwaarde bij uitstap. Wellicht worden dezelfde principes als bij de solidariteitsbijdrage toegepast, waarbij alleen de meerwaarde die opgebouwd werd sinds de invoering van de maatregel zal belast worden.
Verder is het belangrijk dat het gunstregime (m.n. de verrekenbaarheid van roerende voorheffing op ontvangen inkomsten) alleen nog overeind blijft als de minimale bedrijfsleidersbezoldiging (€ 50.000, zie hoger) wordt toegekend.
- Het stelsel van de groepsbijdrage (interne verliesverrekening) wordt versoepeld.
- De jaarlijkse vennootschapsbijdrage wordt aangepast met als doel dat kleine ondernemingen minder moeten betalen en grote ondernemingen meer.
- Er wordt administratieve vereenvoudiging nagestreefd, onder meer door volgende maatregelen:
- Publicaties in het Belgisch Staatsblad zullen digitaal kunnen verlopen.
- De bijlage nr. 270 MLH (= bijlage bij fiscale aangifte om huurkosten te kunnen aftrekken) zal vervangen worden door een minder administratief belastend alternatief.
- De UBO-verplichtingen worden vereenvoudigd.
- Uniform gebruik van de e-Box.
- Bij een verhuis van een onderneming naar het buitenland zal een exit-heffing worden geheven.
- Voor eenmanszaken (zowel hoofd- als bijberoep) komt er een ondernemersaftrek waarbij een eerste schijf van de winsten- en baten (na verrekening van fiscale verliezen en na aftrek van beroepskosten) kan worden afgetrokken. Het exacte bedrag hiervan moet nog worden bepaald.
- Voor eenmanszaken wordt de belastingvermeerdering bij onvoldoende voorafbetalingen vanaf 2026 afgeschaft. Bovendien wordt er een bonificatiesysteem ingevoerd als er wel voldoende wordt voorafbetaald.
- Het dagontvangstenboek, diverse btw-registers, … zal men schrappen, bijsturen, of vereenvoudigen.
- De onderzoeks- en aanslagtermijnen worden aangepast. Het meest opvallende daarbij is dat de termijn bij fraude wordt teruggebracht van 10 jaar naar 7 jaar.
De Wever I en jouw spaargeld
- Er zal een fiscale incentive komen om spaargeld te activeren, net zoals onder de vroegere Wet Cooreman-Declerq.
- De regering zal maatregelen nemen om de instap- en beheerskosten voor (pensioen)sparen te beperken.
- Men kondigt maatregelen aan om het ‘misbruik met private stichtingen’ aan te pakken. De notie ‘belangeloos doel’ zal daarbij enger gedefinieerd worden.
- Er komt een nieuwe (permanente) ronde in de ‘fiscale regularisatie’. Wie over zwart geld beschikt waarvan de onderzoeks- en aanslagtermijn nog niet verstreken zijn, kan dit kapitaal regulariseren door de normale belastingheffing te betalen, verhoogd met een boete van 30%. Kapitalen die wel fiscaal verjaard zijn kunnen worden geregulariseerd tegen een tarief van 45%. Het regeerakkoord kondigt wel een uitzondering aan voor belastingplichtigen die te goeder trouw zijn.
- Het toepassingsgebied van het verlaagd btw-tarief van 6% voor sloop en herbouw wordt uitgebreid, waardoor verkoopprojecten (opnieuw) in aanmerking komen. Voor dit type projecten wordt het oppervlaktecriterium evenwel verstrengd van 200m² naar 175m².
- Beleg je in aandelen, obligaties, fondsen, trackers, crypto-activa,… en realiseer je bij de verkoop ervan een meerwaarde, dan zal er voortaan een meerwaardebelasting van 10% gelden.
- De belasting geldt enkel op meerwaarden die opgebouwd worden vanaf het moment dat de bijdrage wordt ingevoerd. Historische meerwaarden zijn dus vrijgesteld.
- Er geldt evenwel een vrijstelling van € 10.000 per jaar, die jaarlijks wordt geïndexeerd.
- Minwaarden zullen aftrekbaar zijn, doch niet overdraagbaar naar latere jaren.
- Tijdens de onderhandelingen was sprake dat meerwaarden die gerealiseerd worden nadat de aandelen, obligaties,… lange tijd (> 10 jaar?) werden aangehouden (het zgn. goede huisvaderprincipe) van de belasting zouden worden vrijgesteld. Hierover valt in de uiteindelijke teksten niets meer te lezen.
- De beurstaks wordt gemoderniseerd en vereenvoudigd.
De Wever I en jouw pensioen
- Kan je met vervroegd pensioen, maar bevat je loopbaan geen 35 jaren met 156 effectief gewerkte dagen en heb je in totaal geen 7020 effectief gewerkte dagen? Dan wordt je pensioenbedrag vanaf 2026 verminderd met 2% per jaar dat je vóór de wettelijke pensioenleeftijd je pensioen aanvraagt. Deze sanctie wordt opgetrokken tot 4% vanaf 2031 en 5% vanaf 2041.
- Bereik je de wettelijke pensioenleeftijd, maar vraag je je pensioen nog niet op en werk je nog door, dan wordt je later pensioenbedrag verhoogd met 2% per jaar dat je langer werkt. Dit op voorwaarde dat je loopbaan minstens 35 jaren met 156 effectief gewerkte dagen omvat en je in totaal minstens 7020 effectief gewerkte dagen hebt. Deze bonus wordt opgetrokken tot 4% vanaf 2031 en 5% vanaf 2041.
- Wie 60 jaar is, kan op vandaag met vervroegd pensioen als hij minstens 44 loopbaanjaren kan voorleggen. Voor wie 61 jaar is, is een loopbaan van 43 jaar vereist. In de toekomst zal het evenwel mogelijk zijn om ook met 42 loopbaanjaren reeds op 60 jaar met pensioen te gaan op voorwaarde dat in elk van die 42 jaren minstens 234 dagen effectief werd gewerkt (pro memorie: voor de pensioenwetgeving omvat een volledig gewerkt jaar 312 dagen, dus is minstens 75% tewerkstelling vereist).
- Het wettelijk pensioen van de meeste ambtenaren wordt op termijn gelijkgeschakeld met het werknemers- en zelfstandigenpensioen door volgende maatregelen:
- Afschaffing van de perequatie vanaf 2026
- Referentieperiode voor pensioenberekening wordt vanaf 2027 geleidelijk aan opgetrokken om in 2062 volledige gelijkgeschakeld te zijn
- Afschaffing preferentiële loopbaanbreuken voor prestaties vanaf 2027
- Het overlevingspensioen wordt afgebouwd en vervangen door een overgangsuitkering, beperkt in de tijd.
- Ook het gezinspensioen en echtscheidingspensioen zal uitdoven. In plaats daarvan zullen echtgenoten aangemoedigd worden om in het huwelijkscontract afspraken te maken omtrent de verdeling van de pensioenrechten bij echtscheiding.
- Bepaalde gelijkgestelde periodes worden niet langer onbeperkt meegerekend voor het wettelijk pensioen.
- Wie nog bijverdient na een loopbaan van 45 jaar of na de wettelijke pensioenleeftijd, wordt op dit inkomen belast. Omdat dit bovenop het pensioen komt, kan deze belasting hoog oplopen. Daarom zal op dit inkomen voortaan enkel een bevrijdende heffing van 33% ingehouden worden.
- Het pensioensparen omvat 2 varianten: het ‘gewoon’ pensioensparen en het ‘verhoogd’ pensioensparen (lees er hier meer over ). Beide stelsels zullen in elkaar worden geïntegreerd.
- De premietaks voor de pensioenovereenkomst voor zelfstandigen (POZ) wordt geschrapt.
- Je zal jaarlijks een hoger bedrag kunnen sparen via in een Vrij Aanvullend Pensioen voor Zelfstandigen (VAPZ). Vanaf 2026 stijgt de maximumpremie voor een gewoon VAPZ van 8,17% naar 8,5% van je belastbaar loon. Het maximale bijdragepercentage voor een sociaal VAPZ wordt op eenzelfde manier aangepast. Ook zelfstandigen in bijberoep zullen een VAPZ-contract kunnen afsluiten.
- De berekeningswijze van de 80%-regel wordt hervormd. Zo zal onder meer rekening worden gehouden met een gemiddeld loon over de laatste jaren van de loopbaan, om abnormale verhogingen van het loon te voorkomen.
- Je zal geen voorschot op een IPT meer kunnen opnemen om een vastgoedinvestering te verrichten, behalve de enige eigen woning.
- Op pensioenkapitalen die worden uitgekeerd betaal je onder meer een solidariteitsbijdrage van 0% tot 2%. Voor pensioenkapitalen van meer dan
€ 150.000 wordt die solidariteitsbijdrage op het overschrijdend gedeelte opgetrokken. Tijdens de onderhandelingen was sprake van een verdubbeling van 2% naar 4%, doch dit percentage is in het finale regeerakkoord niet meer terug te vinden.
De Wever I en jouw inkomen
- Intresten van een lening voor een niet-eigen woning zullen fiscaal niet meer in mindering kunnen worden gebracht.
- Om werken meer te doen lonen wordt de belastingvrije som verhoogd en wordt de bijzondere bijdrage voor de sociale zekerheid verlaagd.
- Elk kind ten laste zal voortaan recht geven op eenzelfde toeslag op de belastingvrije som.
- Het wettelijk maximum voor maaltijdcheques kan twee maal met € 2 verhoogd worden (dus tot € 12). De andere bestaande cheques (ecocheques, cultuurcheques, …) worden uitgedoofd.
- De afbouw van de fiscale aftrekbaarheid voor hybride wagens wordt meer gespreid in de tijd. Het maximale aftrekpercentage voor hybrides wordt op 75% behouden tot eind 2027 (tenzij de uitstoot maximaal 50 gr/km bedraagt, in dat geval is er tot eind 2027 geen begrenzing). Het zal vervolgens dalen naar 65% in 2028 en 57,5% in 2029. De brandstofkosten van hybrides blijven 50% aftrekbaar tot eind 2027. Download hier een handige whitepaper omtrent de huidige autofiscaliteit.
- Het toepassingsgebied van auteursrechten wordt uitgebreid, waardoor het onder meer (terug) wordt opengesteld voor IT’ers.
- Het huwelijksquotiënt wordt gehalveerd tegen 2029.
- De aftrekbaarheid van onderhoudsuitkeringen zal dalen van 80% naar 50%.
- Verschillende belastingverminderingen worden afgeschaft, waaronder de belastingvermindering voor huisbedienden en de belastingvermindering voor premies van een rechtsbijstandsverzekering.
- De belastingvermindering voor giften daalt van 45% naar 30%.
- Diverse bonussystemen (o.a. loonbonus en winstpremie) worden vereenvoudigd en geharmoniseerd.
Heeft u vragen over de impact van dit regeerakkoord op uw concrete situatie? Neem dan contact met ons op en onze experten helpen u graag verder.
Dieter Bossuyt Steve Bossuyt
Gecertificeerd belastingadviseur Gecertificeerd belastingadviseur