De federale regering heeft een akkoord bereikt over het doorvoeren van een nieuwe (beperkte) pensioenhervorming. Hieronder leest u de krijtlijnen van wat er beslist werd.

Tewerkstellingsvoorwaarde voor toegang tot het minimumpensioen

In een eerdere pensioenhervorming besliste de regering om het minimumpensioen tegen 1 januari 2024 te laten evolueren richting € 1.500 netto per maand voor een werknemer of zelfstandige die een volledige loopbaan (= 45 loopbaanjaren) gepresteerd heeft. Ingevolge indexeringen en welvaartsaanpassingen zal volgens de verwachtingen het minimumpensioen tegen januari 2024 zelfs een stuk hoger liggen.

Let wel, voor wie geen volledige loopbaan gepresteerd heeft, wordt voormeld pensioenbedrag geproratiseerd. Wie bijvoorbeeld 42 jaar gewerkt heeft, zal recht hebben op een minimumpensioen van € 1.400 per maand (= € 1.500 x (42/45)).

Om aanspraak te maken op dit minimumpensioen moet u momenteel een loopbaan als werknemer of zelfstandige kunnen aantonen van ten minste 30 jaar. Voor deze grens tellen zowel werkelijk gewerkte dagen alsook gelijkgestelde periodes (zoals ziekte, werkloosheid of gemotiveerd tijdskrediet) mee. Hierdoor heeft bijvoorbeeld iemand die 10 jaar effectief gewerkt heeft en 20 jaar werkloos was recht op het minimumpensioen, terwijl iemand die 29 jaar effectief gewerkt heeft er niet voor in aanmerking komt. Om dergelijke discrepanties in te perken heeft de regering nu beslist om een tewerkstellingsvoorwaarde in te voeren om het recht op het minimumpensioen te openen.

Voortaan dient u ten minste 5.000 dagen gewerkt te hebben, hetgeen overeenstemt met ongeveer 16 jaar voltijds werken ofwel 20 jaar een 4/5de dienstbetrekking hebben. Wie meer dan 5 jaar invalide is geweest zal minder effectief gewerkte dagen moeten kunnen aantonen. Het vereiste aantal dagen daalt naargelang de invaliditeit langer duurt.

De nieuwe tewerkstellingsvoorwaarde zal van toepassing zijn vanaf 1 januari 2024, maar er is een ruime overgangsperiode voorzien. Zo geldt de nieuwe arbeidsvoorwaarde van 5.000 effectief gewerkte dagen alleen voor wie op 1 januari 2024 53 jaar of jonger is. Voor wie op dat moment tussen de 54 en de 60 jaar is ligt het vereiste aantal gewerkte jaren lager. Diegenen in januari 2024 ouder zijn dan 60 jaar dienen geen rekening te houden met de nieuwe maatregel. Verder behoudt ook iedereen die op 1 januari 2024 55 jaar of ouder is en op dat ogenblik met zijn loopbaan volgens de huidige regeling al aanspraak maakt op het minimumpensioen dat recht en is dus bijgevolg vrijgesteld van de tewerkstellingsvoorwaarde.

Wie langer werkt, wordt beloond

De wettelijke pensioenleeftijd bedraagt momenteel 65 jaar en wordt opgetrokken naar 66 jaar vanaf 2025 en naar 67 jaar vanaf 2030. Indien u voldoet aan bepaalde leeftijds- en loopbaanvoorwaarden kan er evenwel aanspraak gemaakt worden op een vervroegd wettelijk pensioen. Vervroegd pensioen is mogelijk vanaf uw 63ste na een carrière van 42 jaar, op 61 na een loopbaan van 43 jaar of op 60 jaar na een loopbaan van 44 jaar.

Wie er voor kiest om niet te stoppen met werken op zijn vervroegde pensioenleeftijd zal voortaan beloond worden door de toekenning van een extra pensioenbedrag. Er is sowieso een hoger pensioen voor wie langer werkt, maar daar bovenop komt vanaf 1 januari 2024 een pensioenbonus van 2 tot 3 euro per extra gewerkte dag. De pensioenbonus kan maximaal gedurende 3 jaar opgebouwd worden. Wie 3 jaar langer blijft werken zou op deze manier jaarlijks tussen de € 300 en € 500 netto extra pensioen kunnen krijgen.

Hoger pensioen na deeltijds werk

Tot slot werd er ook beslist om bepaalde jaren van deeltijdse arbeid te revaloriseren voor de berekening van het minimumpensioen. Zo wordt bijvoorbeeld een 4/5de tewerkstelling van vóór 2001 gedurende maximaal 5 jaar beschouwd als een voltijdse dienstbetrekking voor de berekening van het pensioenbedrag. Deze maatregel is vooral genomen met het oog op het verbeteren van het wettelijk pensioen voor vrouwen die voor de invoering van het tijdskrediet in 2001 kozen om deeltijds te gaan werken zodat ze voor het gezin konden zorgen.

Steve Bossuyt
Expert fiscale en familiale planning

Een vraag over dit artikel? Stel ze hier aan de auteur.