Wanneer je een bankgift doet, moet je nog drie jaar blijven leven opdat het geschonken bedrag zonder enige taxatie aan de begiftigde toekomt. Overlijd je toch binnen de drie jaar, dan wordt het geschonken bedrag fictief bij de nalatenschap geteld en zal de begiftigde hierop alsnog erfbelasting moeten betalen. Deze driejaarstermijn wordt vanaf 1 januari 2025 verlengd tot vijf jaar.  

Over wat gaat het? 

Schenkingen vinden in principe plaats via een notariële akte. Na de ondertekening moet de notaris deze akte verplicht laten registreren, waarna er schenkbelasting moet worden betaald.  

Roerende goederen kunnen echter ook worden geschonken zonder tussenkomst van een notaris. Enkele voorbeelden: 

  • De handgift: als schenker overhandig je de roerende goederen (bv. juwelen, een geldsom, een schilderij,..) rechtstreeks aan de begiftigde. Een materiële overdracht van de roerende goederen volstaat.  
  • Onrechtstreekse schenkingen zoals: 
  • De bankgift: je schrijft een geldsom of effecten over van jouw (effecten)rekening op de (effecten)rekening van de begiftigde. 
  • De inbreng in een maatschap ten behoeve van een derde: je brengt roerende goederen (bv. aandelen van een vennootschap) in in een maatschap waarvan jouw kinderen het merendeel van de aandelen bezitten (bv. 99%) en dit zonder uitgifte van nieuwe aandelen.  De toename van het maatschapsvermogen dat grotendeels ten goede komt aan de kinderen, maakt een onrechtstreekse schenking uit. 

Voor de handgift en de onrechtstreekse schenkingen is het steeds aan te raden onderhandse bewijsdocumenten (intentiebrief en pacte adjoint) op te maken. Maar deze documenten moeten niet verplicht worden geregistreerd, zodat er ook geen schenkbelasting verschuldigd is. 

Roerende goederen bij leven schenken zonder enige (kans op) taxatie, dat klinkt te mooi om waar te zijn, en dat is het ook. Overlijdt de schenker namelijk binnen de drie jaar na de niet-geregistreerde schenking, dan zal de fiscus de geschonken roerende goederen fictief bij de nalatenschap van de schenker rekenen en zal het geschonken vermogen belast worden tegen de progressieve tarieven in de erfbelasting. Dit kan dus wel eens (veel) duurder uitvallen dan wanneer je de schenking ter registratie had aangeboden, met betaling van schenkbelasting aan een vlak tarief (3% in de rechte lijn en tussen partners, 7% voor alle andere personen). 

Enkel wanneer de schenker nog minstens drie jaar na de schenking in leven blijft, zal er geen taxatie meer zijn. Wanneer je als schenker binnen deze driejaarsperiode ernstig ziek wordt, kan je overwegen de schenking alsnog ter registratie aan te bieden en schenkbelasting te betalen. Bij een overlijden (binnen de drie jaar of later) zal er dan geen taxatie meer plaatsvinden. Door de schenking te registreren en schenkbelasting te betalen, heb je als het ware definitief afgerekend met de fiscus.  

Wat verandert er? 

De Vlaamse Regering heeft aangekondigd om deze zogenaamde ‘verdachte periode’ van drie jaar voor alle niet-geregistreerde schenkingen te verlengen naar vijf jaar. Het is de bedoeling mensen ertoe aan te zetten om niet verplicht te registreren schenkingen toch te laten registreren, zodat zij het voordeel van rechtszekerheid bekomen. Met het oog op de begroting is de verwachting dat het aantal geregistreerde schenkingen zal stijgen, wat een positieve impact zal hebben op de inkomsten uit de schenkbelasting. 

De driejaarstermijn wordt ook verlengd naar vijf jaar in de volgende gevallen:  

  • Bedingen afgesloten door de overledene ten behoeve van een derde: welbepaalde kosteloze verkrijgingen die toekomen aan de begunstigde binnen de vijf jaar vóór het overlijden van de erflater, worden als legaat belast in hoofde van deze begunstigde. 

Voorbeeld: een grootouder sluit een spaarverzekering af ten voordele van zijn kleinkind, die vrijkomt op de leeftijd van 18 jaar. Twee jaar na de uitkering overlijdt de grootouder. Het kleinkind wordt alsnog getaxeerd in de erfbelasting op de ontvangen som. 

  • Er geldt een wettelijk vermoeden waardoor de roerende goederen waarvan je eigenaar bent geweest binnen de vijf jaar vóór jouw overlijden (zoals dit blijkt uit een eigendomsakte), geacht worden nog steeds deel uit te maken van jouw vermogen bij overlijden.  

Voorbeeld: In de vijf jaar voor jouw overlijden heb je een woning verkocht. Er wordt wettelijk vermoed dat de verkoopsom bij jouw overlijden nog tot de nalatenschap behoort, zodat deze getaxeerd wordt. Dit vermoeden kunnen de erfgenamen echter weerleggen, bijvoorbeeld door aan te tonen dat de verkoopsom intussen is opgeleefd. 

Timing 

De verdachte periode van drie wordt opgetrokken naar vijf jaar vanaf 1 januari 2025 en dit voor niet-geregistreerde schenkingen die worden gedaan vanaf dat moment. 

Dit betekent dat wanneer je van plan was om over te gaan tot bv. een bankgift van € 100.000 aan je kinderen als nieuwjaarsgeschenk, je dit toch best iets vroeger plant en de bedragen ten (aller)laatste overschrijft op 31 december 2024. 

Schenk je pas na 1 januari 2025 en wens je niet te registreren, dan moet je er rekening mee houden dat je nog vijf jaar dient te leven opdat er geen taxatie meer zal plaatsvinden. Denk je deze termijn niet te halen of word je in tussentijd ernstig ziek, dan kan je alsnog de schenking laten registreren door het bewijsdocument van de gedane schenking online via MyMinfin of per post ter registratie aan te bieden bij de FOD Financiën. 

Wat met de verlaging van de erfbelasting?

In het Vlaamse Regeerakkoord werd eveneens meegedeeld dat de Vlaamse Regering de erfbelasting zal hervormen en verlagen, zowel voor de kinderen en de langstlevende als voor broers, zussen en andere personen. De focus wordt hierbij in eerste instantie gelegd op de kleine en middelgrote erfenissen. Tevens werd meegegeven dat onrechtmatige achterpoortjes worden gesloten. 

In de afgelopen weken zijn in de pers reeds verschillende artikels verschenen over hoe deze hervorming er (mogelijks) zal uitzien, zoals o.m. een belastingvrije som voor kinderen (tot € 50.000) en de langstlevende partner (tot € 150.000) en een aanpassing van de schijven en de tarieven voor alle erfgenamen met het verschuldigd zijn van een lagere erfbelasting als gevolg. 

Met het sluiten van onrechtmatige achterpoortjes wordt mogelijks gedoeld op de fiscaal vriendelijke overdracht van familiale vennootschappen die tevens vastgoed aanhouden dat niet aangewend wordt voor de bedrijfsactiviteit. Wanneer aan bepaalde voorwaarden is voldaan kunnen familiale vennootschappen immers geschonken worden met vrijstelling van schenkbelasting of vererven aan een vlak tarief van 3% of 7%. Dit gunstregime werd in het leven geroepen om de continuïteit van de onderneming te garanderen, maar heeft in sommige gevallen ook tot gevolg dat privévastgoed, dat werd ondergebracht in de vennootschap, aan een gunsttarief wordt overgedragen.  

In de commissie Algemeen Beleid, Financiën, Begroting, Justitie en Onroerend Erfgoed van 5 november jl. werden er vragen om uitleg gesteld betreffende de verlaging van de erfbelasting. Minister Weyts liet weten dat een eerste ontwerp van decreet momenteel wordt voorbereid, zodat dit in de eerste helft van volgend jaar aan de commissie kan worden voorgelegd ter bespreking. Concrete cijfers zijn er nog niet, gezien dit nog in detail moet worden uitgewerkt. Wel worden vier ambities nagestreefd: 

  1. Een verhoging van de laagste tariefschijf met een structurele verlaging van de erfbelasting voor alle categorieën van erfgenamen tot gevolg (= een grotere impact voor de kleine en middelgrote nalatenschappen). Bij elke erfenis word je dan voor een hoger bedrag belast aan het laagste tarief en spring je minder snel naar het hogere tarief.
  2. Een verhoging van het abattement voor de langstlevende partner, terwijl de vrijstelling van erfbelasting voor de gezinswoning behouden blijft.
  3. De invoering van een belastingvrije som voor erfgenamen in rechte lijn (kinderen, kleinkinderen en ouders of grootouders).
  4. Een verlaging van de belastingdruk voor mensen die nalaten aan erfgenamen in de tariefcategorie ‘anderen’ (in concreto gaat dat dan vooral over singles). 

Wat betreft het fiscaal gunstregime voor familiale vennootschappen zei minister Weyts tot slot het volgende: “De Vlaamse Regering heeft de ambitie om onrechtmatige achterpoortjes te sluiten. Maar ik hoed mij ook in dezen voor het weggooien van het kind met het badwater. Hier zullen we dus wel heel precies te werk moeten gaan om ervoor te zorgen dat we geen ongewenste effecten sorteren en dat we het voordeel dat net bestaat voor onze Vlaamse kmo-economie, absoluut overeind houden.” 

Wij volgen de verdere ontwikkelingen nauwgezet op, zodat wij u met kennis van zaken kunnen informeren en begeleiden. 

 

Inge Veldeman
Expert vermogensplanning