Bij successieplanning wordt rekening gehouden met vele invalshoeken. Er is de wens om de successiekost te beperken, om controle te behouden, voor specifieke toebedelingen, om flexibiliteit, et cetera. Diverse tools bestaan en zullen nodig zijn om met je wensen rekening te houden. Ook levensverzekeringen kunnen hiertoe een nuttig instrument zijn.

Flexibiliteit troef

De uitkeringen van overlijdenskapitalen uit verzekeringspolissen vererven niet samen met je andere vermogen. Zij doen hun eigen ding. Er wordt in principe uitgekeerd aan de begunstigde die in de polis wordt aangeduid, ongeacht wie je erfgenamen zijn.

Je kan zelf kiezen wie als begunstigde(n) opgenomen wordt. Meestal wordt er evenwel niet afgeweken van volgende standaardclausule:

  • De echtgenoot (en soms de wettelijk samenwonende partner)
  • Bij gebrek aan, de kinderen.
  • Bij gebrek aan, de nalatenschap.

Het kan zijn dat deze standaardbegunstiging niet overeenstemt met je wensen of dat deze intussen geëvolueerd zijn. Geef jezelf de gewenste flexibiliteit en voorzie in je polis als eerste begunstigde ‘de nalatenschap’.

Wanneer je vervolgens een testament opmaakt, kan je de uitkering van de polis regelen en zo nodig ook eenvoudig aanpassen. Bijvoorbeeld kan je de uitkeringen legateren aan je echtgenoot én kinderen in een bepaalde verhouding, aan een stichting (bv. voor je kind met beperking), aan je kleinkinderen, aan een goed doel, enzovoort. Ook kan je aan deze uitkeringen een keuzelegaat en/of restlegaat koppelen, een bewind regelen of een tijdelijk vruchtgebruik toekennen. Veel meer flexibiliteit dus.

Let op, de flexibiliteit door aanduiding van ‘de nalatenschap’ zal minder wenselijk zijn:

  • voor echtgenoten gehuwd onder een gemeenschapsstelsel. Uitkeringen die zij rechtstreeks van de overleden echtgenoot ontvangen, worden dankzij een wettelijk vermoeden slechts voor de helft belast. Indien de langstlevende echtgenoot deze uitkeringen via de omweg van de nalatenschap ontvangt, dreigt deze dit fiscaal voordeel te verliezen.
  • bij bepaalde fiscaal aftrekbare pensioenpolissen. Bij groepsverzekeringen afgesloten door een werkgever zijn de uitgekeerde kapitalen slechts vrijgesteld van erfbelasting voor zover ze worden uitgekeerd aan de echtgenoot of kinderen jonger dan 21 jaar.

Waakzaamheid is geboden

De meeste verzekeringspolissen voorzien in voormelde standaard begunstigingsclausule. Het is goed mogelijk dat u, bijvoorbeeld als ongehuwd persoon of als weduwe, onthouden hebt dat je kinderen de uitkeringen zullen ontvangen. Dat zou op dat ogenblik kunnen kloppen gezien er geen echtgenoot (eerste begunstigde) is. Tegen uw overlijden kunnen zich echter gewijzigde omstandigheden voordoen.

Je komt een nieuwe levenspartner tegen en beslist om opnieuw in het huwelijksbootje te stappen. Je komt in het huwelijkscontract overeen om het wettelijk vruchtgebruik tot het minimum te beperken. Kort daarna kom je onverwacht te overlijden.

Zoals gezegd, doen levensverzekeringen in principe hun eigen ding. Door het huwelijk heeft u nu wel een echtgenoot. Deze zal als eerste begunstigde de uitkeringen ontvangen, en niet langer je kinderen. Waarschijnlijk was dit niet de bedoeling. Wanneer je ‘de nalatenschap’ als begunstigde voorzien had, zouden de kinderen wel de uitkeringen ontvangen hebben.

Wees waakzaam om je nabestaanden niet ongewenst te onterven. Hou bij gewijzigde familiale omstandigheden de begunstiging van je levensverzekeringen in het oog. Vermijd deze ‘blinde hoek’ door de begunstiging van de levensverzekeringen aan je testament te koppelen.

Uitstel van erfbelasting en behoud van controle

Erfbelasting is pas verschuldigd wanneer er effectief sommen uitgekeerd worden. Wanneer je samen in een levensverzekering op 2 namen belegt, dan zal er pas bij het tweede overlijden uitgekeerd worden, zodat de erfbelasting als het ware tot na het tweede overlijden uitgesteld wordt.

Dergelijke verzekering heeft volgende configuratie:

  • Verzekeringnemers: A+B
  • Verzekerden: A+B
  • Begunstigde bij het overlijden van de langstlevende: C

Bij het eerste overlijden verwerft de langstlevende m.a.w. de verzekeringspolis. Hierop is geen erfbelasting verschuldigd. De langstlevende verzekeringnemer blijft baas over de polis. Hij zal als enige kunnen beslissen over:

  • een (gedeeltelijke) afkoop. Heb je liquide middelen nodig, dan kan je vermogen uit de polis halen. De helft van dat vermogen komt van jezelf en blijft onbelast. De andere helft komt van de overleden persoon, zodat je hierop erfbelasting zal betalen.
  • (een wijziging van) de begunstigingsclausule. Als langstlevende verzekeringnemer kan je de begunstigde nog aanpassen in functie van gewijzigde omstandigheden. Zo behoud je controle over de uiteindelijke bestemming.
  • het doen van een verzekeringsgift. Door tijdig de verzekering te schenken (met betaling van schenkbelasting), kan je de successiekost bij de latere uitkering verminderen.

Voor de uiteindelijke begunstigde verandert er fiscaal weinig. De erfbelasting blijft berekend worden alsof hij de helft van de uitkering van de eerst overleden verzekeringnemer heeft ontvangen en de andere helft van de langstlevende. De successiekost dringt zich pas op na het tweede overlijden.

Controlestructuur na schenking

Behoud van zeggenschap over de geschonken gelden is veelal een wens bij een schenking. Daarom kan overwogen worden om het geschonken vermogen in een levensverzekering met een AAB-constellatie onder te brengen.

• Verzekeringsnemer (begiftigde): A
• Verzekerde:  A
Begunstigde bij overlijden (schenker): B

x

Wanneer de schenker bovendien de begunstiging aanvaard heeft, dan heeft deze het recht om mee te beslissen over de afkoop van de polis. Wenst de begiftigde een deel van het geschonken vermogen vrij te maken, dan zal de schenker met deze afkoop akkoord moeten gaan. Zo behoudt deze controle over het geschonken vermogen.

Bovendien blijven de geschonken gelden met zo’n levensverzekering duidelijk afgescheiden van de rest van het vermogen van de begiftigde.

Generation skipping

Er zijn diverse redenen waarom je je kleinkinderen zou kunnen betrekken in je successieplanning, zowel fiscaal als niet fiscaal:

  • een duwtje in de rug.
  • zekerheid dat je kleinkinderen iets van je vermogen zullen erven.
  • het drukken van de successiekost door spreiding van je vermogen over meer afstammelingen. Elk kleinkind kan immers ook genieten van de schijf van € 50.000 aan 3% erfbelasting of van een belastingvrije erfenis tot €12.500. Hoe meer ervende afstammelingen, hoe minder erfbelasting.
  • slechts 1 overgang belasten, namelijk dat van jou naar je kleinkind. Zo vermijd je een bijkomende belastbare overgang van je kind naar je kleinkind.

Tom Huyghebaert
Expert familiale planning