Eén van de krachtlijnen van het nieuwe erfrecht is de hervorming van de regels inzake de wijze en waardering van de in te brengen en in te korten schenkingen.

De nieuwe erfenisregels worden bij ieder overlijden sinds 1 september 2018 automatisch toegepast, en gelden dus ook voor schenkingen die gebeurd zijn vóór 1 september 2018. Mogelijks heeft dit niet het gewenste effect dat men beoogde bij een vroegere successieplanning. Via het afleggen van een zgn. “verklaring van behoud” kan er echter blijvend worden geopteerd voor de toepassing van de oude erfenisregels.

U kan nog tot en met 31 augustus 2019 een verklaring van behoud afleggen bij uw notaris. Daarna is het onherroepelijk te laat. Hoog tijd voor actie dus!

Wanneer is er nu ook alweer sprake van inbreng en inkorting? En welke waarderingsregels worden hierop toegepast?

Er is sprake van inbreng indien de begiftigde een schenking als voorschot op erfdeel heeft verkregen. Bij overlijden van de schenker zal de begiftigde de geschonken goederen moeten inbrengen in diens nalatenschap en zal dit samen met de andere nog aanwezige goederen worden herverdeeld over de erfgenamen. De schenker heeft hier de intentie gehad de gelijkheid tussen de erfgenamen te bewaren.

Een schenking kan ook buiten erfdeel gebeuren. De schenker wil hier afwijken van de gelijkheid tussen erfgenamen door de begiftigde iets meer te geven. Bij overlijden van de schenker moet de begiftigde de geschonken goederen niet inbrengen, maar wordt de schenking aangerekend op het beschikbaar deel (dit is het deel van uw vermogen waarover u vrij kan beschikken zonder te raken aan het wettelijk minimum erfdeel – ook de reserve genoemd – waar erfgenamen-afstammelingen recht op hebben). Wordt door de schenking het beschikbaar deel overschreden, dan hebben de reservataire erfgenamen het recht om de inkorting van de schenking te vragen.

De waarderingsregels volgens het oude erfrecht lopen uiteen naargelang het een  roerende of onroerende schenking betreft en naargelang het een inbreng of inkorting betreft:

  • roerende schenking : de inbreng gebeurt in waarde, op basis van de waarde op datum van de schenking; de inkorting gebeurt in natura, op basis van de waarde op datum van de verdeling.
  • onroerende schenking : zowel de inbreng als de inkorting gebeurt in natura, op basis van de waarde op datum van de verdeling.

In het nieuwe erfrecht wordt nog slechts één uniform principe gehanteerd: zowel de inbreng als de inkorting gebeurt steeds in waarde, zonder onderscheid tussen een roerende of onroerende schenking, en dit op basis van de waarde op datum van de schenking, geïndexeerd tot het overlijden van de schenker.

Op dit principe geldt een uitzondering wanneer de begiftigde op het ogenblik van de schenking nog niet de volledige beschikking heeft gekregen over het geschonken goed. Denk bijvoorbeeld aan de schenking met voorbehoud van vruchtgebruik. In dat geval zal er gekeken worden naar de waarde op het ogenblik van het overlijden.

Een aantal voorbeelden illustreren waarom het toch nuttig kan zijn om te kiezen voor de oude erfenisregels:

  • Een familiale vennootschap werd met voorbehoud van vruchtgebruik geschonken aan de zoon-opvolger. De waarde die bij overlijden van de schenker moet worden ingebracht is volgens het oude erfrecht de waarde op het moment van de schenking. Op basis van het nieuwe erfrecht zal er echter rekening worden gehouden met de waarde op de dag van het overlijden van de schenker. Dit kan als onfair worden ervaren, zeker indien de waardestijging grotendeels het gevolg is van de inspanningen van de zoon-opvolger. In dit geval is het wenselijk dat de waarde van de vennootschap ten tijde van de schenking toch als waarderingsdatum voor de inbreng wordt genomen.
  • Moeder heeft in het verleden aan elk van haar drie kinderen een geldsom geschonken van € 100.000, maar telkens met enkele jaren tussen. Zij is van oordeel dat elk kind een gelijk bedrag heeft gekregen en wenst dat dit ook zo wordt erkend bij haar overlijden. Volgens het oude erfrecht zullen de geschonken bedragen aan dezelfde nominale waarde worden ingebracht en worden de kinderen inderdaad geacht evenveel te hebben gekregen. In het nieuwe erfrecht zal de inbreng echter gebeuren volgens de waarde van de schenking (€ 100.000), geïndexeerd tot aan het overlijden van moeder. Gezien de schenkingen op verschillende tijdstippen gebeurden (en worden geïndexeerd), zullen de in te brengen bedragen niet meer gelijk zijn. Het is dan ook aangewezen dat moeder vóór 1 september 2019 een verklaring van behoud aflegt.
  • Vader heeft twee zonen, Tom (23 jaar) en Arne (12 jaar). Vader wenst op vandaag reeds een successieplanning naar zijn kinderen toe uit te werken. Gezien Arne minderjarig is, besluit hij evenwel zijn appartement aan de kust enkel aan Tom te schenken als voorschot op zijn erfdeel (met voorbehoud van vruchtgebruik). Volgens het oude erfrecht zal immers bij het overlijden van vader het appartement in natura worden ingebracht en alsnog toekomen aan beide zonen, ieder voor de helft. Dit is ook de wens van vader. Op basis van het nieuwe erfrecht, zal de inbreng evenwel in waarde geschieden en kan Tom het geschonken appartement in principe behouden. Om zijn wens te vervullen is het vereist dat vader een verklaring van behoud aflegt bij zijn notaris.

Heeft u in het verleden schenkingen gedaan, ga dan vandaag nog na of de nieuwe erfenisregels een impact hebben op uw erfenisplanning en onderneem zo nodig meteen actie. De experten van Lemon Consult kunnen u helpen beoordelen of een verklaring van behoud in uw specieke situatie al dan niet wenselijk is.

 

Dana Vandaele
Expert vermogensplanning