De voorbije decennia is onze maatschappij sterk geëvolueerd, terwijl ons erfrecht nog grotendeels uit de tijd van Napoleon stamt. Het was dan ook hoog tijd voor een doorlichting en hervorming, rekening houdend met de huidige samenleving(svormen). Hierna geven we een overzicht van de belangrijkste vooropgestelde maatregelen, zoals opgenomen in het wetsvoorstel van 25 januari 2017.

1/ Aanpassing van de erfrechtelijke reserve
Vooreerst wordt de reserve van de ouders afgeschaft en vervangen door een onderhoudsplicht ten laste van de nalatenschap indien de ouders behoeftig zijn ten tijde van het overlijden van de erflater. Het levensonderhoud, toegekend hetzij in de vorm van een maandelijkse lijfrente, hetzij in de vorm van een kapitaal, bedraagt maximum 1/4de van de nalatenschap per behoeftige ouder.

Indien de erflater kinderen nalaat, wordt het beschikbaar deel (zijnde het deel van zijn nalatenschap waar hij vrij kan over beschikken) uitgebreid naar de helft van de nalatenschap, ongeacht het aantal kinderen. Het reservataire erfdeel van de kinderen (zijnde het deel van de nalatenschap dat hen niet kan worden ontnomen) omvat dus nog slechts de helft van de nalatenschap.

2/ Inbreng en inkorting voortaan in waarde
Indien een door de erflater gedane schenking tot gevolg heeft dat de reserve van de kinderen is aangetast, kunnen deze een vordering tot inkorting instellen. Deze inkorting vindt in principe plaats in natura. Dit betekent dat de begiftigde bij het overlijden van de schenker het geschonken goed (deels) dient af te staan! Dit komt uiteraard de rechtszekerheid niet ten goede. Daarom wordt in het hervormde erfrecht een inkorting in waarde voorzien: de begiftigde die te veel heeft gekregen, betaalt een vergoeding ten voordele van de reservataire erfgenamen. De inkorting kan wel nog in natura geschieden indien de begiftigde hier zelf voor zou opteren.

Schenkingen die als voorschot op erfenis werden gedaan, moeten bij overlijden van de schenker  worden ingebracht en vervolgens verdeeld tussen de erfgenamen teneinde de onderlinge gelijkheid te herstellen. Deze inbreng geschiedt in principe in natura voor onroerende goederen (tegen de waarde op het moment van verdeling) en door mindere ontvangst voor roerende goederen (tegen de waarde op het moment van de schenking). Dit onderscheid zorgt voor veel problemen in de praktijk. De begiftigde aan wie bijvoorbeeld een onroerend goed werd geschonken, heeft dus niet de zekerheid dat hij bij overlijden van de schenker dit goed ook effectief zal kunnen behouden. De inbreng, ongeacht de aard van het goed, zal dan ook voortaan in waarde geschieden, hetzij door betaling van de waarde van het geschonken goed, hetzij door mindere ontvangst. Ook hier heeft de begiftigde de mogelijkheid om het goed alsnog in natura in te brengen.

Met het oog op het verder uniformiseren van de regels betreffende de inkorting en de inbreng, zal in beide gevallen rekening worden gehouden met de waarde op het ogenblik van de schenking, geïndexeerd tot aan het overlijden. Hierop bestaat echter één uitzondering: schenkingen gedaan met voorbehoud van vruchtgebruik worden gewaardeerd op de dag van het overlijden.

Hierbij kunnen we nog opmerken dat in het nieuwe erfrecht enkel nog de schenkingen aan afstammelingen vermoed worden als voorschot op erfenis te zijn. Schenkingen aan alle andere erfgenamen worden vermoed met vrijstelling van inbreng te zijn gedaan.

3/ Afsluiten van een erfovereenkomst
Naar aanleiding van de hervorming van het erfrecht komt er ook een versoepeling van het huidige verbod op overeenkomsten over niet-opengevallen nalatenschappen. Ouders wensen immers vaak een regeling te treffen samen met hun kinderen om latereconflicten bij hun overlijden te vermijden. Op deze vraag wordt nu een antwoord geboden.

Zo is er de mogelijkheid voor de ouders om een ‘globale erfovereenkomst’ af te sluiten met hun kinderen. Deze overeenkomst regelt de toewijzing en verdeling van hun nalatenschap aan de kinderen waarbij gestreefd wordt naar een ‘subjectieve gelijkheid’. Hierbij kan rekening worden gehouden met reeds gedane schenkingen, maar ook bijvoorbeeld met toegekende voordelen welke juridisch gezien geen schenkingen zijn.

Voorbeeld:
Ouders hebben in het verleden een schenking van € 30.000 gedaan aan hun ene zoon en de buitenlandse studies bekostigd van hun andere zoon. Ouders en kinderen kunnen in de erfovereenkomst verklaren dat er op basis van het voorgaande een subjectieve gelijkheid is tussen de erfgenamen.

Ook een ‘generatiesprong’ is mogelijk waarbij een kind erin toestemt dat zijn eigen kinderen in zijn plaats zullen erven van de (groot)ouders. Voorwaarde is wel dat al zijn kinderen hierin worden betrokken.

Door de ondertekening van de globale erfovereenkomst verzaken de kinderen definitief aan de mogelijkheid om later inbreng en/of inkorting te vorderen in verband met de giften waarop de overeenkomst betrekking heeft.

Naast de globale erfovereenkomst is ook het afsluiten van een aantal ‘punctuele erfovereenkomsten’ mogelijk. Zo kan onder andere worden bepaald dat de vermoedelijke mede-erfgenamen van de begiftigde de waarde aanvaarden van de geschonken goederen (in de schenkingsakte of nadien). Over de waarde van het geschonken goed kan er dan achteraf geen discussie meer bestaan.

4/ Overgangsbepalingen en inwerkingtreding
Het wetsvoorstel werd nog niet goedgekeurd. Dit wordt ten vroegste eind 2017 verwacht, waarna de wet in werking zou treden begin 2019, m.n. 1 jaar na de bekendmaking in het Belgisch Staatsblad.

De nieuwe bepalingen zullen slechts van toepassing zijn op nalatenschappen die zijn opengevallen vanaf de inwerkingtreding.

Giften die zijn gedaan vóór de inwerkingtreding en die zijn betrokken bij een nalatenschap die erna is opengevallen, worden beheerst door de bepalingen van de nieuwe wet. Zo zal bijvoorbeeld de inbreng op dat ogenblik geschieden in waarde.

Wel is het zo dat de kwalificatie van een schenking, m.n. gaat het om een schenking als voorschot op erfdeel of buiten erfdeel, die is gedaan vóór de inwerkingtreding van de nieuwe wet, beheerst blijft door de bepalingen van het oude erfrecht. Dit is vereist teneinde de wil van de schenker, zoals deze werd geuit ten tijde van de schenking, te respecteren.

Inge Veldeman
Expert Estate Planning